vrijdag 30 juni 2017

Gabbertje



Op de Molenkade liep een verwarde man. Hij rook naar de jajem en mompelde wat voor zich uit. Ik zat wat voor mij uit te staren over het water naar een fuut met jongen. Hij nam plaats naast me in het gras en ik rook zijn kegel nu nog sterker.

“Als mijn gabber er was gaf ik hem een vijf euro,” riep hij zomaar vanuit het niets.
“Want je gabber is je gabber en heb ik een tientje dan heeft mijn gabber de helft. Daar ben je gabbers voor.”

Wat zeg je op een bekentenis als dit? Ik zweeg en keek naar de fuut. Hij draaide een uit apenhaar bestaand sjekkie en joeg er de brand in. Trok witte dikke rookwolken uit zijn peuk en hernam: ”Het is fijn je gabber te zien, want je gabber laat je nooit in de steek, omdat hij je gabber is.”
Er passeerde een zwaan met vier jongen in het water. We keken ze samen na tot ze uit beeld waren.
“Als ik een lekker wijf heb, dan krijgt mijn gabber haar ook. Want hij is tenslotte je gabber. Heb ik een auto, dan rijdt mijn gabber ook in de auto, daar is het je gabber voor.”
Het woord gabber begon mij de strot uit te hangen en ik vroeg hem: ”Waar is je gabber eigenlijk?”
“Ik heb op dit moment geen gabber,” mompelde hij, stond op en liep enigszins slingerend terug Ammers binnen.

In mijn grijze cellen bleef het woord gabber nog een tijdje hangen, net als de geur van jajem. Zou ik een gabber willen? Ik dacht van niet. Ik ken mijzelf en de mens. Iemands gabber zijn is me te close. Net zoals je wel eens ziet dat buren de deur voor een bepaalde tijd bij elkaar plat lopen en daarna een daverende ruzie krijgen, zo gevoelt het bij mij ook bij het woord gabber. Even gaat het goed en dan sla je elkaar de schedel in en heb je geen gabber meer.
Ik zou er derhalve ook geen een zoeken….


donderdag 29 juni 2017

Bonuskinderen




Een kreet die ontstaan is uit de massale tsunami aan scheidingen. Heb er moeite mee, die naam. Het klinkt me te goedkoop en kinderen zijn niet te vangen binnen de noemer
goedkoop. Het heeft iets van: gratis en voor niets. Alsof je bij de Albert Hein een gratis prulletje krijgt. Kinderen vinden grotendeels hun identiteit in de ouders, dacht ik. En hoe die tegen hen aankijken. Maar hoe zit dat met een kind  dat als bonus wordt gezien? Heeft dat een positieve invloed op de ontwikkeling, op het zelfbeeld?

De term: een mongooltje wordt in onze tijd door velen als note done beschouwd. Men dient te zeggen: iemand met de ziekte van Down. Volgens sommigen is dat nog niet zuiver genoeg en moet je: iemand met het syndroom van Down zeggen. Al het andere is beledigend.
Maar hoe zit dat met de titel bonuskinderen? Doet dat eer aan het kind? Dat iemand zich de titel bonusmoeder aanmeet, zal mij mijn harige reet roesten. Dat is een bewuste keus van een volwassen mens die op zichzelf betrekking heeft. Maar kinderen bonuskinderen noemen, ligt dacht ik op een onredelijker vlak. Het gevoel als: extra, gratis, niet om gevraagd, doch toch erbij gekregen, een kleinood, een geschenkje toe, een aardigheidje, een gebbetje, een lolletje erbij.

Ik zal mij wel weer vreselijk vergissen, doch ik ben God dankbaar dat ik niemands bonuskind ben. Ik heb ook maar één moeder. Een echte. Geen bonusmama. Hoe lief en goed die ook kunnen zijn, begrijp mij goed. Ik bewonder mensen die kinderen die niet door henzelf verwekt zijn in liefde opvoeden, want eerlijk is eerlijk, waar zouden we zijn zonder hen in deze dagen!

Maar de titel bonuskind is en blijft in mijn beleven een tamelijk rammelende noemer voor een kind. Want als men aan het derde huwelijk begint komt de noemer: derdehands kind wellicht tevoorschijn….

Opzeggen lidmaatschap wegenwacht..

"Ja goedemiddag met de wegenwacht."

Ja fijn kunt u het lidmaatschap stopzetten?
"Oh wat jammer en wat is de reden dat u opzegt?"
Is dat belangrijk?
"Nou voor ons wel."
De reden is dat wij geen mobieltje hebben en nu de gele praatpalen weggaan langs de weg u dus niet kunnen bereiken.
"Oh echt."
U weet niet dat de gele praatpalen weggaan?
"Jawel, maar wie gaat u dan bereiken als u met pech staat?"
In ieder geval niet de wegenwacht mevrouw want ik kan u niet meer bereiken via die palen he.
"Ja maar wie dan?"
Dat gaat u toch geen bal aan, u zegt mij gewoon op en klaar. Al wil ik Sinterklaas optrommelen via rooksignalen.
"U zegt?
Opzeggen mevrouw.
"Maar wie helpt u dan als u een lekke band heeft?"
Mijn opoe met houten been, oom Klaas met glazen oog, een toevallige lifter, een geile passant, zwarte piet, Johan Maasbach, weet ik veel, in ieder geval niet de wegenwacht want die kan ik nie bereiken nie.
"Ik begrijp u niet meneer!"

Dat probleem heb ik nu ook met de wegenwacht die mij verplicht een mobieltje aan te schaffen. Een goedemiddag mevrouw en succes met deze verschrikkelijk slechte service....

woensdag 28 juni 2017

Gebedswinkels


Je ziet ze als paddenstoelen uit de grond komen. Mensen maken
een apart kamertje waar je op afspraak voor je kunt laten bidden. Of het voortkomt uit gezonde dienstbaarheid of een zucht naar spirituele macht, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat de kerken blijkbaar falen als het gaat om gebed. Hoewel je er op de zondag vaak wel twee keer terecht kunt, is een kerkgebouw na de reformatie door de weeks gesloten.

Het moet mij van het hart dat de katholieken het in hun hoogtijdagen beter op de rails hadden. Je kon er elke dag terecht. De kerkgebouwen waren open. Je kon er een kaarsje branden, even de rust vinden, je kon er bidden en desgewenst biechten.

Maar wie door de weeks voor zich wil laten bidden door een of andere in het ambt, staat meestal met lege handen of beter gezegd voor een gesloten (kerk) deur. Wat te denken geeft. Alsof God enkel op zondag open is. En vind je al een kerk die open is door de week, dan moet je meestal betalen om binnen te gaan. Met alle begrip voor de kosten en het onderhoud van dergelijke, blijft het iets vreemds hebben. 

De genade van God is gratis en alles om met Hem contact te krijgen is door de Here Jezus volbracht, doch om door de weeks de kerk binnen te komen moet betaald worden. Anders kom je er niet in.

Soms bekruipt mij het gevoel dat wij het spoor (noem het de Heerbaan) een beetje behoorlijk kwijt zijn geraakt. Misschien vergis ik me. Gebedswinkels, ik weet het niet. Het gevoelt mij te veel naar even snel een kroketje trekken uit zo’n automaat. Gebed is in mijn beleven niet iets dat je even met een vreemde (uit de winkel) doet. Daarvoor is gebed te intiem, te persoonlijk, te privé. Of je moet slechts een luchtig gebedje nodig hebben. 

zondag 25 juni 2017

Sport



Ik houd ervan. Om te doen wel te verstaan en niet om naar te gaan
zitten kijken. Nou ja, tennis vind ik wel aardig om te zien. Nee, niet enkel vanwege de wulpse billen die je wel ziet als tennisrokjes opwaaien, maar meer om de kreun, die dames bij het meppen tegen het balletje geven. Opwindend vind ik. Laten we het op een rare afwijking mijnerzijds houden. Ik zou hem niet gaarne inruilen voor de uwe.

Voetbal is de sport voor het klootjesvolk. Ik hoor daar gaarne bij, begrijp mij goed maar ik heb nimmer één wedstrijd bekeken. Nou ja, eentje, en toen wist ik het zo ongeveer wel. Bier, schreeuwen, borrelnoten, oranje vlaggen, spelers en supporters die roepen dat ze gewonnen of verloren hebben, zonder een poot uit te steken want dat doen die 11 jongens met hun 22 benen me dunkt.

Boksen is de sport van de agressieve mens. Je beeld je er zo lekker bij in dat je in de ring staat met je werkgever en hem nu eindelijk eens tegen de vloer mag meppen. Heerlijk toch!

Golf en tennis zijn de elite sporten.
Veel VVD stemmers. Dames met wulpse billen en veel geld en dat proef je terug. Je leest het in hun ogen als jij als oud Bodybuilder voorbij komt. Lekker, beetje oud, wat ordinair doch, te licht bevonden.
Hij met zijn golfballen en zijn golfstick, zijn collega directeur met vette Mercedes of Audi onder de kont, samen op de baan van hole tot hole. Ze zien jou wel maar meer als ass hole. Ach ja, de verkeerde auto, de verkeerde motor, de verkeerde kleding, het verkeerde merk zonnebril, eigenlijk kun je van een dubbeltje geen kwartje maken, zo simpel ligt dat.

En toch kijk ik graag naar tennis. Ook de ouder dames hebben iets lekkers. Overrijp maar toch met een zeker elan. Ik zou er wel eens een willen vasthouden. Maar ja, dat zijn puur weer gedachten van een telg uit het klootjesvolk. Blijft verrekte jammer dat ik niet om voetbal geef. Op deze manier hoor ik nergens bij. Nou ja, misschien ballenjongen. Maar dat klinkt weer zo pikant...

Mijn opa



Op de binnenplaats was opa druk bezig om met zijn enorme handen de
oven op te stoken waar zodra de palingen die hij had weten vangen in de polder in gerookt werden. Ik liep op mollige beentjes over het met cement bestraat zijnde achter uitje met de afmeting van een postzegel. De Cornelische Ketelstraat in Gouda. We schrijven 1965 en Petertje was vier jaar.
Uit de poepdoos steeg een penetrante geur op want de houten riolering zat weer eens verstopt. Opa drukte een rotting in het gat en maakte zagende bewegingen terwijl er een reusachtige droppel onder zijn zinksnijder hing die maar niet wilde vallen. Plotseling met een floep, stroomde de hele smeerboel weg en liep de riolering weer tot tevredenheid van opa Manus.
Oma stond wat op het granieten aanrecht te klooien met grote bonen en er kwam een walm van vers gemalen koffie door het reutelende ventilatortje boven het keukenraam. Opa draaide met zijn dikke worstvingers een sjekkie en stak er de brand in met een lucifer. Hij krabde aan zijn ribfluwelen kont en hing de palingen in de oven. Daarna een jutezak die hij eerst had ondergedompeld in de karnemelksloot, erover en roken maar.

Langzaam werd het steeds mistiger en de rook trok langs de huizen, doch niemand klaagde. Men verdroeg dergelijke ongemakken gewoon. Doch het was zondag en opa hing geen geloof aan en werkte dus gewoon door. Zeven dagen per week. Broodvisser, nettenboeter, stroper, dode visjesroker, huisvader, echtgenoot en opa. Mijn opa.


Vroeger deed men niet zo kinderachtig. Dat was ook voordat de overheid zich ging bemoeien met zaken waar ze zich niet mee moesten bemoeien en bemoeide met zaken waarmee ze zich nu zouden moeten bemoeien maar dat doen ze dus weer niet (meer). Wilde je vissen dan ging je vissen. Nix geen gelul over vergunningen. Wilde je tegen een boom pissen, dan deed je dat. Wilde je zonder licht fietsen, wel, dan deed je dat. Werd je aangereden dan had je pech. Alles kon, maar de meerderheid bleef keurig in het gareel. Thuis een varken slachten? Tuurlijk! Waarom niet! Helaas leven we in een steeds vrijer wordend land waarin heel normale dingen verboden worden en heel rare dingen gewoon mogen….

vrijdag 23 juni 2017

Wiet in de heilige zalfolie?

Jazeker wel. Binnen onze vertaling is er veel fout gegaan als we de ingredienten bekijken over het maken van de heilige zalfolie uit de Bijbel.
We hebben een forum opgezet om medisch gebruik van wietolie te bespreken met elkaar en ervaringen uit te wisselen.
Enige voorwaarde is dat je een beetje meedoet met meelezen, meedenken, meedelen, meeliken etc.
Misschien is het wat voor je. Je vindt het hier onder deze link..

dinsdag 20 juni 2017

Het hoekje omgaan



We willen er niet aan maar ooit gaan we. U was
van plan te blijven? Wel dan heb ik nieuws voor u, dat gaat niet gelukken. Prediker schreef het al: er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Nou ja, in iets andere woorden want dit klinkt meer als de laatste carnavalskraker en er is weinig lol aan het hoekje omgaan.

Of toch wel? Bedoel maar te zeggen dat als de rups geweten had dat ze na enige tijd als een hemelwezen uit de as van haar cocon zou opstaan, ze geheel anders tegen dat heengaan zou opzien. Krek eender met de libellen die eerst een jaar of langer als een roofzuchtig kevertjes op de bodem van de sloot haar dagen slijt en af en toe kroop er een door het wateroppervlak naar omhoog en werd nooit meer teruggezien.

Dus nee, na dat verscheiden is er niets meer. Wist dat insect veel, dat er dwars door die normaliter onneembare barrière een heel nieuw leven kwam. Nu zweven ze weer volop in het zwerk al die vlinders en libellen. Mooi een heel nieuw leven.

Het probleem van Maarten T’Hart of Kuitert is niet dat ze ongelijk hebben in eigen denken, doch dat ze menen dat hun denkvermogen groot genoeg is om zinnige uitspraken te doen als het om de eeuwigheid gaat.


Denk daar eens aan als u weer niet kunt geloven in een hiernamaals en u stuit op de beperktheid van uw eigen denkvermogen. Misschien bent u, ben ik, zijn wij wel veel te stom om te kunnen beredeneren hoe het zit hierna. Voorzichtig aan dus maar…

Het probleem van wijze dwazen als Kuitert of T’ Hart is niet dat ze ongelijk hebben.


De dwaling schuilt hierin, dat ze er in hun denken van uitgaan dat hun denken hoog genoeg is om de Godheid of de werken Zijner handen te verklaren en in
een kader te brengen.
Dat doet geen van de grote (noem ze) Godsgeleerden uit de Bijbel. Zij beseffen dat hun denken te laag is. Hun vermogen tot uit redeneren te beperkt om echt zinnige dingen te zeggen over het leven na dit leven.

Een mens, hoe geleerd ook, is nimmer in staat om God of de werken Zijner handen te verklaren, te begrijpen of te kunnen beredeneren. Daarom blijft het stil als je dergelijke mensen vraagt of ze wel eens een mug gemaakt hebben? Ze kunnen dat niet. Ze kunnen nog geen zandkorrel uit het niets formeren, doch meten zich wel de ruimte aan om God dood te verklaren of te gaan beredeneren alsof Hij een menselijk wezen is.

Doch dat is Hij niet. Daar schuilt de wijze dwaasheid van het geloof. De Schepper heeft immers besloten hen te behouden en in Zijn armen te drukken die de stomme boodschap van het evangelie geloven. Ga je redeneren dan loopt elke mens vast door de beperktheid van zijn denkvermogen en kennis.

Vertrouwen, dat is geloof, daar komt het op aan. De rest is grootspraak en plaatst geen enkel gewicht in de schaal voor de Schepper. Sterker nog; een mens die meent God te kunnen beredeneren is een hoogmoedig mens die in het voetspoor gaat van de vijand, zonder het te beseffen.


Val nu toch niet in die dwaling want ook Lucifer meende dat hij God wel snapte maar viel uiteindelijk in zijn eigen zwaard…

maandag 19 juni 2017

Ze bedoelen het goed, zeggen ze

Bij ons in de straat is geloof ik een heel goede post om gelden in te zamelen.
Ik ben voor goede doelen, zolang het dan ook bij de desbetreffende mensen terecht komt. Derhalve hebben wij jaren zes adoptiekinders gehad bij Woord en Daad tot ik zag dat de meneer aan de top een kleine 6 keer meer verdiende dan de mannen met zweet op de borst in de bouw. 
Op mijn vraag hoe dat zat bij meneer Lock, kreeg ik als antwoord dat de arbeider zijn loon waard is. Heb hem verteld dat hij dat loon dan zelf maar moest betalen ook. Elke week staat er weer een goedbedoelende lieverd voor de deur met een bus met een slotje, want ze vertrouwen de collectanten niet. Zo de waard is vertrouwt hij immers zijn gasten. Dan weet u waarom ik niets geef aan dergelijk directeuren. Sorry collectanten jullie zijn top, maar de mannen aan de top zou ik gaarne in de boksring uitbetalen wat hen toekomt.....

Boeren en harde winden

Een oud brokje schuur, of noem het hut van mijn part, welks
ik aantrof op het ooievaarsdorp. Elke man moet eigenlijk zoiets bezitten anders verwordt hij tot een dikpenzige, prostaat vergrotende sukkel op gele sokken of erger nog met Goofy er op. Een bonk ruwe woning zonder nonsens. Heerlijk lijkt me dat om zoiets te hebben. Misschien bouw ik er wel eens eentje en dan moet er ook een kacheltje in staan. Hoewel dit laatste wel niet tot de mogelijkheden zal behoren want we mogen in dit vrije land steeds minder, dus zal hout stoken op laag niveau ook wel tot de verboden behoren.

Wat moet je dan met zo’n hut hoor ik u bijna hardop denken. Nou gewoon, lekker zitten. Vuurtje stoken ik zei het al. Een goed boek lezen. Lekker warm. En koffie, de geur van verse koffie. Aan wilde wijven denken misschien, weet ik veel. Winden laten, zoveel is zeker. Hard, degelijk en bovenal ongegeneerd. Lang geantichambreerde winden in piepende hoge tonen, als wel in het laag met tuba-achtige effecten, die hun mannetje staan. En boeren. Een man wil boeren, maar boeren zijn uit. Vraag maar aan de overheid die doet er alles aan om ze kapot te krijgen.


En uit een raampje kijken hoe de sneeuw neerkomt. En een paar harde worsten aan het plafond voor de stevige trek. Glas wijn erbij en dan genieten. Sigaartje kan ook, maar wel een goede. En mijmeren over het te komen voorjaar en korte rokjes, tuurlijk. Want zo zijn mannen. De uwe niet? Haha, laat mij niet lachen…

zondag 18 juni 2017

100 redenen om de Here Jezus niet lief te hebben

Omdat Hij deze wereld met al haar leed schiep
Omdat Hij de duivel maakte

Omdat Hij een verboden boom schiep
Omdat Hij ons leven wil hebben
Omdat Hij zo rechtlijnig is
Omdat Hij vindt de enige weg tot de Vader te zijn
Omdat Hij andere geloven uitsluit
Omdat Hij hard is
Omdat Hij mensen laat sterven
Omdat Hij 99.9% die om genezing vraagt niet helpt
Omdat Hij……
Of zal de optelsom van ons logisch denken een maatstaf zijn waarmee wij eigenlijk Zijn redenen, doen en laten nooit kunnen narekenen? Zal Zijn logica anders, hoger, verhevener zijn dan al ons menselijk getob en denkvermogen? Misschien is dat wel de reden dat God liefhebben met het hart en niet met het verstand gebeurt. Maar wat moeten wij dan aan met de woorden: onderzoek alle dingen en behoud het goede? Of: gij zult de Here liefhebben met geheel uw verstand?
Lastig, lastig, lastig.

God lijkt soms boven Zijn woord uit te stijgen en strookt dan heel lastig met de kaders waarbinnen het Woord tot ons komt of ons geleerd wordt in de kerk. Maar die laatste danst om de hete brij heen als het om dergelijke dilemma;s gaat. Ze kijkt wel link uit en lepelt ons voor de 100e keer de verloren zoon of bloed vloeiende vrouw voor. Dat is tenminste veilig....

100 redenen om de Here Jezus lief te hebben

Omdat Hij je zonden vergeeft
Hij de sleutels van de hemel heeft

Hij je gelukkig kan maken
Hij je voorspoed kan geven
Hij je misschien wel genezen wil van je pijnen
Hij je een doel geeft om voor te leven
Hij je zo fijn troosten kan
Hij je een voorbeeld geeft om na te volgen
Hij je een warm gevoel geeft
Hij je……
Maar zijn dit niet echt op onszelf gericht zijnde redenen? Is geloven in de Here Jezus dan niet veel meer dan de optelsom van onze noden en verlangens?
Of houden we ook van Hem om wie Hij is?

Lastige vraag me dunkt maar kijk eens heel diep naar binnen bij jezelf en huiver……

vrijdag 16 juni 2017

Gij zult geen contact zoeken met een overledene


Nou ja, daar komt het zo ongeveer wel op neer als wij de Bijbel lezen. De Schepper
staat niet toe dat wij vragen stellen aan de reeds gestorven mensen. Wij dienen niet tegen hen te spreken. In het verlengde denken we wellicht aan Saul en de heks van Endor die Samuel uit het dodenrijk deed opkomen.
De passage werpt nogal wat vragen op me dunkt. Doch ik wil niet die kant op van vragen doch van berusting en begrip. De gedachte over geen contact zoeken met de overledenen schoot mij te binnen toen ik op de begraafplaats bij de laatste rustplaats van een vriend stond.
“U bent nu in de gelegenheid om afscheid te nemen van uw geliefde,” sprak een dominee. Je staat voor het graf en mompelt in stilte wat woorden bij wijze van groet. Na een week weer terug om wat bloemen te plaatsen zoals het hoort en weer zeg je wat, want het is zo vanzelfsprekend dat je op die plek wat zegt. Hoewel de overleden persoon er lang niet meer is aldaar en al helemaal niets meer hoort.
De Schepper bedoelt het wellicht geheel anders dat contact zoeken met de overleden geliefden en toch praten wij vaak (ik wel) in gebed met hen. Goed, ze zeggen niet veel terug, dus mogen wij het wel praten noemen? Ach, de Schepper zelf zegt ook weinig of beter, niets terug en ook dat noemen wij bidden of praten met God.

Lastig allemaal, verdraaid lastig…

donderdag 15 juni 2017

Mollenseks

Een redelijke opdracht me dunkt. Soms lijkt het wel bij de beestjes af.
Mensen verwarren drift en lust maar al te vaak met liefde. Liefde en seks worden door de massa op één hoop geveegd. Men noemt seks dan ook wel de liefde bedrijven. Goed, seks kan en mag een onderdeel van liefde zijn, maar dan houdt het wel op. Veel vaker is liefde een daad die los staat van seks. 
Toppunt van liefde is voor mij dan ook geen hoogtepunt binnen het genoegen van seks doch:
De man die zijn vrouw duwt in een invalide-karretje.
De vrouw die ondanks haar zieke man toch gewoon met hem gehuwd blijft, ook al presteert hij niets meer in bed.
Het kind dat snoepjes deelt met een ander kind
Die uitgestoken hand naar hen die hulpbehoevend zijn
Je eigen ik proberen ondergeschikt te maken aan de anders wensen
Die ander dienen vanuit een houding van liefde
Jezelf durven wegcijferen is in onze tijd een houding die niet meer in trek is. En toch is het juist vaak die houding die ware liefde weergeeft. Veel meer dan al dat gestoei in bed.....

maandag 12 juni 2017

De grote stap


Wij allen moeten deze maken met de regelmaat van de klok. De grote stap van de luier naar een schone broek, van de pot naar de wc, van lekker thuis, naar
school te moeten. Herkenbaar me dunkt! Dan naar de grote school, de grote stap naar je slavenbestaan aan de arbeid. De nog grotere stap van je ouders huis naar een eigen leven, liefde, kinders misschien?

De stap van je eerste schamele woning naar een rianter huis met boompje en beestje. De kinders vliegen uit, weer samen en eigenlijk maak je geen grote stappen meer, ze worden kleiner. Nog een paar stappen in het verschiet, dan is het parkoers gelopen.
Het verzorgingstehuis waarbij stappen nu samengaat met de rollator, het kijken vanuit het raam naar de mensen die nog allemaal grote en kleinere stappen maken. Kijk ze eens draven je kunt het toch bijna niet meer voorstellen dat jij er ooit ook in meeliep. Bedoel die rij voortstappende mensen, nee het is wel mooi geweest nu. En dan die laatste stap over de muur van het tijdelijke heen het grote hiernamaals en onbekende in. Een reuzenstap die vaak in een zucht voorbij is.


En dan? We zullen het moeten afwachten want geen mens stapte ooit terug om even te vermelden hoe en wat. Nou ja, misschien eentje. Maar wie gelooft Hem nog in deze tijd? U? Nou, daar hoor ik van op dan!

zondag 11 juni 2017

De maden in Gods ontlasting

“Och, wij zijn als mens slechts de maden in Gods ontlasting.”
Twee oude mannekes in gesprek op een bankje op zondagmorgen vlak bij de kerk. Ze spuugden kringetjes  op de grond, rookten dikke sigaren (merk Hofnar) en wisselden
gedachten uit, waarbij die van de maden mijn deel werd toen ik hen passeerde.

Zoiets zet je aan het denken, me dunkt. Vooral het woord ontlasting. Een echte Hollander heeft nu eenmaal iets met stront. We hebben tenslotte strontjongens, poepdozen, schijtlijsters, racekakkers, windeieren, dreknekken, aarskrabbers, poepchinezen, holtorren, tonnenschijters, enfin, u snapt het al, die lijst is ellenlang. Hollanders hebben iets met uitwerpselen en met winden laten.

Maar toch, die woorden van de oude mannetjes, die inmiddels achter hun rollator kropen en op getuite pantoffels richting huis kuierden zijn tweeledig uitlegbaar. Dat de mens niet veel meer dan een worm is, leer de Bijbel al. Lees psalm 22 gerust eens na.

Doch die ontlasting van de Schepper gaat wat dieper. De zonde-ontlaster als u begrijpt wat ik bedoel, is van een ander kaliber dan de Schepper die Zijn behoefte doet. Hoewel ik me sterk kan vergissen maar ik vermoed dat Hij geen behoeften heeft en al helemaal niet behoeft te doen.

Blijft het ontlasten van zonden over en ook dat klopt. Hij kwam om uw en mijn zonden op zich te nemen. Of heeft u die niet! Nou dan!

Help ik kan niet stoppen met zondigen


Is dat op de keper beschouwd niet een kreet die ons allen treft? Alle
kerken en spiritualiteit ten goede, de mens zondigt. Alle verlossing ten spijt, alle vroomheid, kerkgang, belijdenissen en besnijdenissen geestelijk en in het vlees, de mens zondigt voort, ik ook.
Er is geen mens die deze dag zonder zonden doorkomt. 

U niet, ik niet, niemand. Laten we dus vooral stoppen met het opdelen van de mensheid in zondaren en niet zondaren. In schuldigen en onschuldigen want er zijn geen onschuldigen. Het heeft dan ook geen enkele zin om anderen de schuld te geven van dingen die wij zelf ook fout doen. We zijn allen overgeleverd aan Gods genade. En daarvoor zond Hij nu zijn Zoon. De Here Jezus kwam niet om goede mensen te zoeken. Hij Kwam niet om geestelijk geslaagde mensen bij te staan. 

Hij kwam niet om kerken te stichten vol met heiligen. Welnee. Hij kwam om zondaren zalig te maken. Bent u een zondaar? Dan zoekt Jezus u!
Het: zondig daarna niet meer, is geen letterlijke opdracht, want u en ik kunnen niet stoppen met zondigen. Of meent u deze dag werkelijk door te kunnen komen zonder lelijke gedachten, lelijke woorden, verkeerde gevoelens of verlangens? Als u dat meent, dwaalt u wel zeer en heeft u weinig mensenkennis. U en ik, wij allemaal, kerkbezoekers of thuisblijver, zijn zondaren. Punt.

Dominees, ouderlingen, papa,mamma, tantes, ooms, de Paus, koningen en wc juffen, allemaal zondigen ze! Niet een uitgezonderd.

Eigenlijk bestaan er maar twee soorten mensen: gered zijnde zondaren en niet gered zijnde zondaren. U mag zelf kiezen tot welke groep u behoort.

Kies dan heden wie gij dienen wilt….

woensdag 7 juni 2017

Papa bent U daar?


Heer U vraagt ons te bidden voor de mensen om ons heen, maar ze gaan allemaal dood, hoezeer we ook bidden. Heeft bidden dan wel zin? Ook als jonge familieleden ernstig ziek zijn en er wordt voor gebeden overlijden ze en sta ik weer aan het zoveelste graf.


U zegt ons Jeruzalem de vrede toe te bidden, maar het is niets dan oorlog en geweld. Mensen worden opgeblazen, onthoofd, opgehangen, kinderen aan kruizen gespijkerd. En wereldwijd bidden ontelbare mensen voor de vrede en toch is het niets dan dood en verderf. Heeft bidden zo nog wel zin? Hoeveel gebeden moeten er nog worden opgezonden voordat U ingrijpt? Heeft het lijden niet lang genoeg geduurd? Hoe velen moeten nog sterven?

Hoe komt het toch dat Uw woord vol beloften staat die nimmer vervuld lijken te worden? Begrijpen wij Uw woord misschien niet goed? Is er in de vertalingen veel niet zorgvuldig gegaan, waardoor zaken anders begrepen worden dan U bedoelde?

Uw wegen zijn hoger dan de onze, laat dat duidelijk zijn. Maar begrijpen is er voor ons zo weinig bij. Als zelfs God zich niet meer aan Zijn woord lijkt te houden, wie zijn wij mensenkinderen dan? Of verlangt U dat we net als veel anderen ook wegkijken als we constateren dat wat in de kerken en in de Bijbel geleerd wordt, vaak niet in vervulling gaat. Dat we net doen of onze neus bloedt en gewoon maar doorgaan met bidden en hopen op dat wat niet kwam?

Is die oproep tot gebed enkel bedoeld om te laten zien dat het U en ons wat kan schelen als er geleden wordt? Is ons bidden niet veel meer dan een uitdrukking van Uw eigen tranen over het leed dat de mens treft?

Papa, hallo bent U daar?

De cel en de ontsnapping via Cannabis


Iemand die altijd pijn heeft zit gevangen in een cel die niemand zien kan. Je staat op en meteen bij het ontwaken voel je de boeien van de pijn al aanwezig. Je moet de moed zien te verzamelen
deze lange dag door te komen. Proberen de fut op te brengen en te leven zoals dat van je verwacht wordt. Je lacht op de juiste momenten en als mensen vragen hoe het gaat dan steek je je hoofd uit de cel en knikt bevestigend dat het wel goed gaat. Maar diep van binnen heerst de pijn het maakt je hoofd vol met stof en je geluk horizon is niet langer zichtbaar. Soms is er een moment van verademing. Een uur, een dag, misschien wel twee. Dan is het gras weer even frisgroen, je echtgenoot een schat en je beseft weer al te goed dat dit het leven was dat je had voor die lamlendige pijn begon te heersen.

Maar dan slaat het weer toe en je alles uit handen. Je hoop, je toekomst, je verwachtingen, alles wordt opgegeten door de pijn. Je veranderd langzaam maar zeker in een schaduw van wie je eigenlijk bent. Je hebt al te veel idealen moeten laten varen en je wereld is klein geworden en krimpt met de dag nog verder. Veel mensen die euthanasie willen zijn geen zelfmoordenaars, doch hun levenskracht en levensmoed is op. Verslonden door de pijn, die voortraast als een orkaan en alles op zijn fundamenten laat schudden.

Iemand die nooit te maken heeft gehad met chronische pijnen en problemen, kan dit maar moeilijk begrijpen. Ieder mens wordt geboren met een volle accu maar pijnen, lichamelijk en geestelijk putten die accu voortijdig compleet uit. Er bestaat dan eigenlijk maar één ding in het leven: je pijn.
De omgeving vraagt of je nu nog niet beter bent en toont in het begin nog wel begrip maar langzaam wordt het begrip ergernis. Hij/zij altijd met dat gezeur over pijn. Het begrip begint te tanen en duwt de deur van jouw gevangenis nog verder in het slot. Men luistert niet langer naar je als je uit probeert te leggen hoe zeer het doet. Je ziet het aan hun ogen, hoort het aan hun woorden en de  intonatie . Je cel wordt elke dag iets duisterder en het enige wat overblijft, is hopen op….

Dan ontdek je wietolie. Het verzacht je pijn. Het opent even de deur van je cel en laat je je eerste stappen zetten over de gang van het leven. Er komt weer wat licht naar binnen. Je lacht en beseft dat dit lang geleden is. Je slaapt weer goed en ook dat is lang geleden. Je humeur verbetert en ook daarvan besef je dat je door de pijn voor lange tijd niet meer opgewekt kon zijn. Wiet geneest soms (lang niet altijd) maar vaak kan het wel voor een levensverbetering zorg dragen.

Dat moment waar je de hele dag naar uitkijkt. Voor mij ligt dat (nog) alleen rond slapenstijd. Het innemen en ervaren dat je in rustiger vaarwater komt als het begint te werken. Wat anderen er van denken kan je niet langer schelen, je hebt een stukje van je leven terug. Een klein stukje maar. Doch wat kan een mens dankbaar zijn om dat terug te krijgen samen met wat hoop. Laat je dat niet ontnemen door de bellerende massa die meent dat wiet slechts iets is wat slappe verslaafde mensen gebruiken. 

Wiet is een van de kruiden die onze Schepper bedacht heeft om u en mij een klein beetje te helpen om door deze keiharde wereld heen te komen. Maak daar dus gebruik van! Ik heb het niet bedacht, maar grijp deze kans wel met twee handen aan om elke dag een tijdje uit de cel te mogen om “gelucht” te worden. Mag ik!

Mocht jij ook van je pijn af willen, waag dan gerust een poging op het wietforum…..


Heilige instrumenten en andere onzin


Ik lag op mijn legerstede te rusten en vroeg de Schepper om te zien wat nu werkelijk de kern was waarom alles draaide binnen het geestelijk leven. Ik zag kerkmuren verdampen,
dogma’s en stellingen, catechismen en kerkhoedjes vlogen in de lucht en verdwenen uit het zicht. Een scala aan opwekkingsliederen fladderde over de rand van de realiteit en verdween.

Kerkorgels en andere “heilige instrumenten” stond in lichterlaaie en kerkklokken kwamen met donderend geraas naar omlaag. Preekgestoelten werden door de molm aangevreten en verstoven als los zand. Torens storten omver, toga’s vielen als oude lorren uiteen en ik zag mensen die hier op aarde nu heel belangrijke taken vervullen verdampen. Blessings al dan niet uit Toronto, boeken vol gaventesten en andere spirituele bestsellers, ze vervielen allen uiteen en verwaaiden als losse bladeren.

Ik zag opgeheven handen, hoorden stemmen proclameren, zag mensen uit alle naties en talen die meenden dat hun Godsdienst zaligmakend was. Er waren kerknamen, van gerebaptiseerd tot gepinksterhervormden. Ze werden aan stukken geworpen door een reusachtige engel.  Ik hoorde leerstellingen, filosofieën en allerhande Godsdienstlessen die uiteen vielen als los zand en verstoven op de wind. Alles leek op te lossen tot er zicht kwam om de kern. 

Daar stond plotseling een man op het strand met kinderen om zich heen. Hij hurkte neer en schreef woorden in het zand.
Er stond: als alle bedekkingen wegvallen, wordt het ware goed zichtbaar. Elk kind had een schitterende lichtgevende ster in zijn handen die fonkelde zo sterk dat je er niet lang naar kon kijken.
“Dit, sprak de Heer, is wat werkelijk van belang is, al het anders is opsmuk, ballast en van generlei belang.
Kerkgebouwen, systemen, filosofieën, dogma’s, leerstellingen, opvattingen allemaal niet  van heus belang mijn kind. Ware Godsdienst is met Mij zijn, want ik ben het ware licht. Zonder dat licht is alles dood en dor. De kern, dat ben Ik zelf. Al het andere is opsmuk en bijzaak en zal vervallen als Ik kom om jullie te halen. Van het hele christendom zal slecht dát overblijven wat gedaan is in relatie met Mij. Al het andere is onbelangrijk. Tradities, gewoonten, dogma’s, leestellingen, ze zijn slechts slap en kromgetrokken pogingen van mensen om het levende woord in een formule te vangen. Doch het ware woord laat zich nimmer binden of vangen.

Ik ben nooit gekomen om je een mooi en zalig leven te schenken doch om je te verlichten van binnen uit en over de muur van de aardse beperkingen te tillen. Pas dan zal het ware goed zichtbaar worden…

dinsdag 6 juni 2017

Een goede vrouw wie zal haar vinden?


Oké, in de grondtekst staat goede “huisvrouw”, maar dat is een lelijk
woord in deze tijd waarin bijna alle vrouwen buitenshuis werken. Begrijpen doe ik het niet, want eindelijk is de techniek zover dat je middels stofzuigers, wasmachines, vaatwasmachines en een heel scala hulpmiddelen zou verwachten dat de vrouw zou denken: hé, hé, eindelijk eens een momentje voor mijzelf. Maar nee. 

Ze zijn buitenshuis aan de slag gegaan, een in mijn beleven minder slimme zet want ze hadden het eindelijk eens gemakkelijk kunnen hebben. Maar goed, de tweede auto moet er komen en dus aan de slag met dat mens.

Weet nog als de dag van gisteren dat de oude kromgetrokken meubelmakers bij mijn allereerste werkgever Steenkamer meubels met 57.5 met de VUT mochten. Een stoet van oude mannekes die mochten stoppen. Stokoud en al bijna dood. Nu ik zelf richting de 57 ga, besef ik pas hoe de jongeren mij zien. Een fossiel dat zijn beste jaren reeds achter de rug heeft. Ach, ze hebben gelijk, welja!

Ik stopte met mijn werk ruim een jaar geleden in de bouw en ben nu de huisman. Moet zeggen dat alles in huis (op de was na) door mijn handen gaat en dat ik steeds meer waardering krijg voor de huisvrouwen, want je hebt er een dagtaak aan, wat ik je brom. Dus waar al die leuke dames de fut en de tijd vandaan halen om ook nog eens buitenshuis aan de slag te gaan, is mij een raadsel. En toch blijf ik met het gevoel zitten dat ze thuis een goed bestaan hadden toen ze die snertbaan nog niet hadden.

Ik zal me wel vergissen. 

zondag 4 juni 2017

Jehova's getuigen in de put


Onder de vlonder van de uitbouw woont Dirk de pad. Het is een
moddervet beest dat vreemde wulpse geluiden maakt, die doen denken aan een mandril in paringstijd. Ik denk dan ook dat het een soort paringsroep is, maar heb geen verstand van paddenseks. U wel?

Men kan niet alles weten. In de nacht klinkt zijn roep het luidst en dan hoor je ook een soort echo, want iemand (ik neem aan zijn vrouw want ze heeft een hogere stem) geeft antwoord.
Dirk begint en dat klinkt als: Waarkboooorrren. Dan komt het antwoord dat klinkt als:”Onkwaaaakkkktt. Na een tijdje te luisteren gaat je fantasie met je op de loop en klinkt het als: ”Wachttoren en ontwaakt.” Zouden mijn padden getuigen van Jehova zijn? Dat ze langs de deuren gaan en bij mij onder de vlonder hun koningszaal vol zingen met die vreemde volzinnen?

Of komt religie niet voor onder koudbloedige? Wat weet een mens op de keper beschouwd toch weinig. Eergisteren betrapte ik hem op een heuse vrijpartij. Wilde er nog een foto van maken maar aan de andere kant moet je iemand seksleven in de privésfeer houden.


Ik ben bang dat er snel gezinsuitbreiding komt en wat er dan allemaal voor geluiden in de nachtelijke uren ons deel zullen worden is de hamvraag. Eergisten klonk zijn roep wel erg raar. Bij nader onderzoek bleek Dirk met zijn wachttoren-geluiden in de droogstaande put gekletterd. Heb hem er maar uitgenomen en teruggezet onder de vlonder. Dag Dirk, maak er wat van en pletter weer niet in de put wil je….