maandag 13 februari 2017

Boodschappen halen en armoede



Heb er een haat liefde verhouding mee.
Haat omdat je weer naar de winkel moet en slepen met allerhande. Liefde omdat het een onwijze zegen is dat je zomaar naar de winkel kunt gaan om van alles te kopen waar je trek in hebt. Ik word er als ik eenmaal thuis de boodschappen in de kelder en koeling zet toch wel weer heel erg bij stilgezet wat een onwijs gezegend land wij bewonen. 
Geen dag zonder eten, warmte, kleding, schoon water, een douche, zeep, drinken, mensen om je heen die van je houden, de kachel, medicijnen, de dokter op de hoek, warme sokken enfin, als wij gaan tellen wat wij allemaal aan zegen hebben, kom je toch nooit uitgeteld. Welnee!

Neem nu zo’n kelderkast. Dat is toch een zalig gezicht! Wij Nederlanders (ik ook hoor) zijn heel sterk in zeuren en dat mag hoor, maar laten we nooit uit het oog verliezen dat zelfs de “armen” in ons land het vaak nog beter hebben dan ik mij herinner hoe de levenstandaard was in mijn jeugd.

We sliepen onder paardendekens, veegden onze kont met een oude krant, moesten ons wassen (één keer per week) in een zinken wasteil met een blok sunlightzeep, aten elke dag prak en de ijsbloemen stonden op de slaapkamerramen. Toetjes? Ja mijn neus uit! Aardappels met melk toe, op zijn best en verder je muil houden!
Alles was zo koud dat het water in de wc pot bevroor, televisie hadden we niet, geen telefoon, geen geluidsinstallatie en zeker geen vakantie (de eerste jaren). Vakantie was een middagje naar de speeltuin in Haastrecht op een kleedje aanmaak-limonade drinken en brood met suiker (en mieren). 

Als ik nu wel eens hoor praten over armoede in ons land dan denk ik terug aan mijn jeugd waarin wij nooit ander vlees aten dan het goedkope voor Jan met de pet bedoelde paardenvlees en vraag mij af welke maatstaf men gebruikt.
Waren wij arm? Ben je gek, we waren “tevreden”. Een woord dat in onbruik is geraakt toen men de noemer armoede bijstelde naar boven. Beweer ik hiermee dat er geen mensen zijn die het minder hebben? Die zijn er, ik was er een van. Maar laten we de zaken nu ook weer niet overtrekken en dramatiseren. Ik kom al 35 jaar in kringloopwinkels en het bedenkelijke is dat ik een van de weinige ben die op de fiets komt. De rest van de “armen” komt niet of met een dikke auto.

Heb een vriend die jaren bij de voedselbank werkte en er mee stopte omdat hij wel zag dat mensen die het werkelijk minder hebben, vaak in stilte lijden zonder (met de auto) een voedselpakje te komen ophalen. Wij hebben derhalve gekozen voor adoptiekinders in landen waar kinderen vaak zelfs die laatste korrels rijst niet hebben. Ieder moet doen wat hij goed vindt in deze, me dunkt….