maandag 23 september 2013

Rijker stinkerd


In de kerk is het zo druk dat er veel stoelen buitenom geplaatst zijn. Op de vloer zien we waar ooit de rijken, en “geestelijken” in de kerk begraven lagen,
wat vaak ging meuren, waar de uitdrukking “rijke stinkerd” zijn oorsprong in heeft. In veel kerkgebouwen liggen de meest “geestelijken” vlakbij het altaar, wat het katholieke gedachtegoed duidelijk maakt, waar niet de preekstoel (het woord) doch het altaar centraal staat.
Men meende dat dichter bij het altaar, dichter bij God was. Onnodig te zeggen dat de kerken door al deze overledenen vaak stonken. Doch omdat het een goede handel was om graven aan de rijken te verhandelen, werd er in de middeleeuwen al geschud om ruimte te maken voor nieuwe overledenen. De inkomsten kwamen uiteraard ten goede aan de kerk. De noemer “het huis van God”, is afgeleid van de tempel in Israël waar de Here ooit in neerdaalde.
Overledenen begraven in de tempel was ondenkbaar maar, geld stinkt niet dus hier in de kerken kneep de Here blijkbaar een oogje en de heilige neus toe. Typisch menselijk om een dergelijke door mensenhanden gemaakt gebouw een afgodisch trekje te geven. Laten we nou afspreken de Bijbel te geloven die glashelder zegt: God de Heer woont niet in tempels/kerken die door mensen zijn gebouwd. We moeten niet gaan fantaseren, liegen en onzin verkopen!


Het kerkgebouw is derhalve op zijn best een stuk zegen om samen te komen, een gebouw met historische waarde en een plek om je op God te richten en tot elkander, doch dat laatste kan overal en is geen gebouw voor van node.