dinsdag 1 november 2016

Stinken doen we allemaal

Sommige koeien mogen nog even buitenspelen maar zullen snel
naar binnen moeten als de regen van de herfst gaan vallen. Dan wordt het veen te zompig en een grote blubberboel. Het is een wonderlijk gezicht ze in de morgendamp zo vredig bij elkander te zien liggen. Daar kunnen mensen toch veel van leren. Mensen kijken vaak naar status, komaf, vermogen, schoonheid en meer zaken die slechts gefundeerd zijn op berekendheid en wat voor ogen is. Ben je niet van “hun” soort, dan word je met argusogen bezien als een soort paria. En denk nu niet dat mensen in de kerk dat zoveel anders doen. Heel vaak word je ook daar door de kudde gewogen op een onzuiver schaaltje.  Zo mogen wij eigenlijk niet doen. Wij moeten geheel anders zijn, leert het woord. En toch wordt er maar al te vaak een selectie gemaakt, wie zijn kont met een velletje driedubbel-gelaagd op goudsnede afveegt en wie zich moet behelpen met een oude krant. En toch, ze stinken even hard.

Koeien daarentegen zijn koeien en liggen gezamenlijk te herkauwen. Ze schijten en pissen dampig naast elkaar op het weiland. Ze rekenen niet in de afmeting van de uier of de opbrengst aan melk. Niet in tekening op de vacht of hoe hard ze kunnen loeien en al hemelmaal niet uit welk plassertje ze geboren zijn.