dinsdag 15 november 2016

Komen wielrenners in de hemel?


Afgelopen zaterdagochtend was de eerste redelijke wintermorgen. Die nacht vroor het aanzienlijk en de weilanden waren voor het eerst mooi wit van de
vorst der nacht. Een mooie strakblauwe lucht was mijn deel toen ik om halfacht op de fiets de polder inreed. Gaat er iets boven het ademen van de koele gezonde zuurstof die de fietser of wandelaar zijn deel wordt op zo’n morgen? Heerlijk.
Je hebt als vroege fietser of wandelaar de hele wereld voor ...
jezelf. Geen mens op pad, geen loslopende honden voor je fiets, geen oude van dagen die met nordic walking sticks in je kielzog strompelen, geen wielrenners die schreeuwen: ”Tegen!” als je ze tegenkomt, zalig, zalig, zalig! Vreemd genoeg kwam er een vraag bij mij op die morgen. Wil hem wel met u delen hoor. Hij luidt: komen wielrenners in de hemel?
Een stomme vraag wellicht. Ik ken het antwoord er niet op, als ik eerlijk ben. U misschien wel dus brand maar los. Ze gedragen zich vaal zo kwallerig met grote monden, dwars tegen alle regels van het verkeer in. Dan kijken ze naar jou als medeweggebruiker alsof de hele wereld hun toe zou behoren. Zouden die strakke nylon broekjes met zeemlederen kruis wellicht de aanmaak van testosteron bevorderen waardoor ze vaak zulk haantjesgedrag vertonen op die vederlichte ijzeren rosjes? Vragen, vragen. Vragen.
Enfin, het was een heerlijke morgen. Photoshop maakte er wat sneeuw bij om de sfeer nog meer te verhogen.