Het moet mij van het hart dat ik
wel eens een gevoel krijg van afgunst. Horen
en lezen wij de Bijbelse verhalen
die vol wonderen staan compleet met massa genezingen, mensen die blind waren
kunnen zien, mensen die gevangen zaten worden door engelen bevrijd, enfin de
lijst is ellenlang. Verhalen hoe geweldig de Schepper in die dagen bezig was.
Nu in onze eeuw(en) lijkt het wel
of Hij zich verbergt. De Bijbelse verhalen lijken mythen die in onze dagen
ontzenuwd worden als iets wat God ooit deed, doch al eeuwen niet meer doet.
Derhalve bevreemdt het mij ook niet dat mensen een gevoel krijgen bedot te worden
en het geloof vaarwel zegen. Het troost niet langer om te lezen over
wonderbaarlijke genezingen, als je net je kind hebt moeten begraven. Het geeft
geen hoop meer op genezing als je vader voor wie je jarenlang gebeden hebt toch
jong stierf aan die vreselijke ziekte.
Ben ik mijn geloof aan het verliezen
dan? Ik zeg volmondig: ”nee.” Doch ik moet (zoals de Bijbel al voorschrijft) de
dingen wel toetsen aan het leven van alle dag me dunkt. Ik zou zo dankbaar zijn
als er eens wat meer aandacht komt voor de wonderen die niet kwamen. Nu gevoelt
het zo scheef om alsmaar over wonderen te blijven spreken terwijl in het
dagelijks leven van alle dag de dingen zo anders zijn.
Wordt het niet eens tijd dat wij
volwassen worden en leren inzien dat de Bijbel een prachtige leidraad is voor
het leven, doch geen kookboek om eenvoudig en snel een gezond, mooi, gelukkig
en lang leven te krijgen? Dat de Bijbel ook volstaat met verhalen over mensen
die jong dood gaan, ziek blijven, lijden aan allerhande kwalen zonder dat er
genezing komt.
Gods beloften worden immers pas
echt volkomen over de muur van dit tijdelijke bestaan heen. Laten we dus niet
net doen alsof we reeds het volmaakte zijn binnengegaan.