Mensen die in (onze) ogen ooit een fout maakten, dragen al
snel
die fout als een zwaar kruis de rest van hun leven met zich mee(ook binnen de kerk). Zonder
ons vaak te verdiepen in de kwestie als zodanig, worden roddels of
belasteringen gretig als zoete koek geslikt, zonder dat de persoon over wie het gaat zelf gevraagd wordt. Zelfs in de Bijbel komen we deze vreemde
stelling een beetje tegen. Neem het verhaal over iemand die ooit melaats was. Ene Simon. De
beste man was al lang genezen en nog altijd wordt hij genoemd: ”Simon de
melaatse.”
Ja, ja dat kleeft je aan hoor! De rest van zijn leven had
hij de huid van een baby en toch, Simon de melaatse. Herkenbaar? Dat je
misschien ooit iets fout deed en dat achtervolgt je de rest van je leven. Toen wij
hier op het dorp kwamen wonen waren de eerste dingen die wij te horen kregen
ook de dingen die die en gene op zijn geweten had. Lang geleden misschien, maar
zulke praatjes worden gaarne als hagelslag op een boterham rondgestrooid.
Het bedekt ook zo heerlijk onze eigen blunders, dacht ik.
Soms moet je dingen kunnen afsluiten en er verder over zwijgen zonder oude
wonden keer op keer open te trekken, want wie zijn wij zaken die (misschien
fout waren) en al waren ze fout, allang door God vergeven zijn, weer in te
peperen?