Een man alleen maakt dikwijls van zijn huis een soort hol.
Wil je bewijzen dat de
evolutietheorie grote onzin is (dat de mens zich
ontwikkelt naar een hogere vorm) ga dan eens kijken in een mannenhuishouding.
Goed, er zijn uitzonderingen maar over het algemeen keren mannen dan terug naar
de oertijd compleet met een hol waarin enkel een bed van mammoethaar en een
kussen van mammoetkloten ontbreekt. Een onderbroek zit pas fijn als hij een
symbiose aangaat met de lager gelegen regionen en het nut van haren kammen of
tussen de tenen wassen ontgaat de man.
Een man ziet vaak de noodzaak van poetsen, stofzuigen, de
ramen lappen en ander geneuzel ook niet zo. Zolang het maar warm is en ruikt
naar zijn eigen lichaamsgeur is het oké.
Een vrouw echter is van een andere orde. Als een mier
poetsen ze, stoffen ze, boenen ze en maken een huis tot een soort speelgoed
poppenhuis waarin je je als man al snel misplaatst gevoelt met je zweetvoeten.
Daarom deze ode aan de vrouw want geloof mij: evolutie is
niet veel meer dan een vrouwenhand die de schepping net zo lang poetst tot ze
blinkt.