In een kano zitten geeft mij altijd een gevoel van “nog even
en ik kletter om”. Een beetje wat ik ervaar bij het leven van alle dag. Je
denkt wel alles in balans te hebben, maar voor je het weet lig je op je kant.
De mens meent dat hij controle heeft in zijn leven, doch laten we maar heel
eerlijk zijn, dat is slechts schijn.
Controle is bedrog. Onder de schijnbare beheersing brandt de
vlam van de passie, de drift, de heerszucht, ach de beschaving is niet veel
meer dan een heel dun laagje, daaronder heerst de eigen ik.
Een oude buurman van mij met een scheel oog en een houten
been, riep altijd:” Wat je ook doet, nooit is het goed!” En hoe waar is dit! Je
kunt het nooit iedereen naar de zin maken en proberen een balans te vinden is
iets waar u en ik ons hele leven mee bezig zijn.
Voorbeeldje: Ben je vriendelijk in de kerk en schud je een
paar mensen de hand, dan vinden die mensen dat fijn, want ik kies graag mensen
uit die eenzaam zijn. Doch, er zijn er altijd die zich daar weer aan ergeren,
want men dient in de kerk de nodige gepaste zwijgzame ingetogenheid te
handhaven. Je zit dus fout of niet? Wat zou Jezus nou doen?
Het is een aanname dat het in de kerk voor de dienst ijzig
stil moet zijn, geloof mij. Enkel dat pijporgel schreeuwt zijn longen leeg
langs het plafond. Dat vindt de Heer blijkbaar wel fijn.
Ik ben ik kerken geweest waar men na de dienst (de
bevindelijke onder ons kunnen nu even beter niet verder lezen) zakjes patat,
kroketten, broodjes bal en tomatensoep ging eten met elkaar, elke zondag
opnieuw. En geloof mij, tijdens die momenten was er intenser, geestelijker en
liefdevoller contact dan tijdens het zwijgen wat in veel samenkomsten ons deel
gewordt.
Ja, zelfs de preek kon niet bewerkstelligen wat er aan moois
gebeurt als mensen samen eten. Misschien moeten we daar in al de samenkomsten
eens een voorbeeld aan nemen. Het is maar een idee. En begrijp mij goed, niet
mijn idee. Het komt tenslotte van Hem!
Bedoel dat onze avondmaalsviering een 99% uitgemolken
viering is als we het vergelijken met wat Hij bedoelde. Dat piepkleine (ook nog
gezuurde) brood en nipje wijn. Ik bedoel het niet lelijk en met respect, maar
waar is de maaltijd des Heren gebleven? Wie heeft u en mij dat ontnomen? De kerk?
Uzelf? De anderen? Hoogste tijd om terug te nemen me dunkt.
Een Jood zei me ooit:” Als mensen met elkaar eten kunnen ze
nooit meer elkanders vijanden worden.
Toe, probeer nu eens verder te kijken dan je kerkelijke neus lang is en merk op dat geloven meer is dan de beperkingen die de kerk of
jij jezelf en anderen wenst op te leggen…