Paula is dol op ezels. Zodoende huwde ze mij, dat spreekt
voor zichzelf.
Overal zoekt ze ezels en wil er dan mee op de foto. Een vorm van
verkapt overspel, maar wel een heel sublieme en veilige waar je, meen ik
niemand mee kwaad doet. Ze valt voor hun eigenwijsheid en daarom heeft ze ook
mij wellicht uitgekozen.
Daarnaast vindt ze het gebalk, dat een ezel nu eenmaal
meent moeten maken aan geluid, een redelijk overeenkomstige vorm van communicatie
welke ik als man ook meent voort te brengen. Toen de Schepper aller dingen
geheel klaar was, nou ja bijna dan; had Hij wat restjes over en daarmede bouwde
Hij de ezel. Een pluisharig beest dat je kunt kruisen met een paard waardoor
je: net naar gelang de vader een ezels is of de moeder, een muilezel of een
muildier verkrijgt. Koppige steriele schepselen die nergens echt bij horen.
Niet bij de paarden en niet bij de ezels.
Nu ik er wat dieper over nadenk, heb ik de indruk dat
muilezel wellicht nog dichter bij mijn persoon komt. Ik kan verder niet in details treden, doch
dat gevoel van nergens echt bij te horen is mijn hele leven al mijn deel. Ik
behoef er (nog) niet voor opgenomen te worden hoor. Ik had gehoopt dat toen ik
gelovig werd kerkmensen met open armen zouden klaarstaan om mij aan hun al dan
niet weelderige borst te drukken. Weer een illusie minder. Maar er zijn
gelukkig wel heel sociale mensen ook.
Een handje vol. Ach, tis voldoende. Je
kunt niet de hele wereld aan je harige borst drukken.
En toch klinkt een waar woord: ”Laat uw vriendelijkheid bij
alle mensen bekend zijn.” Misschien leren we het met de tijd….