Op de fiets naar de kerk in Langerak
Een lekker tochtje en prima te doen op een zomerse zondagochtend.
Ooit moest het lopende van de kerk, maar die dwaling heeft men inmiddels
afgeschud. Al kom je nu met een straaljager, dan is dat oké bij de Heer. Met de
tijd meegaan, noemen we dat.
Op de dijk liep een oude man met een druppel onder zijn
zinksnijder en een fietsbel op zijn wandelstok waarmede hij luid belde. Meende
eerst met een ouderling van doen te hebben want de naam zegt het al:
Oud(erling). Tegenwoordig kun je al ouderling worden als je net droog bent
achter de flappers, maar als dat de opzet was had de Bijbel het wel over
“jongelingen”.
De oude man op de dijk rook vervaarlijk naar schavuitenwater
en had duidelijk te veel jajem achter de huig, waardoor hij lalde met dikke
tong. Als je “mazzel” hebt, schuift zo’n onder invloed zijnde man de kerk
binnen en verstoord de dienst. Wat er dan gebeurt, is meestal ehhh, niets. Men
weet er simpelweg geen raad mee. Ouderlingen en jongelingen kijken elkander aan
en ook de voorganger staart in de verte hopende dat er een engel verschijnt die
orde op zaken stelt of nog handiger dat de kerkvloer zich even opent en de man wegwerkt,
maar helaas.
In Gouderak maakte ik het mee dat er een man onder invloed
van vluchtige stoffen uit Schiedam een dansje maakte onder de preekstoel
terwijl de dominee door preekte. Pas toen de dronkaard op schoot kroop bij een
weduwe met veel vlees, werd het te dol en de man op de schouders der
ouderlingen de kerk uitgedragen, waarna hij nog een kwartier als Fred
Flintstone op de kerkdeur bleef bonzen.
Maar we waren net bij de passage aangekomen waar de Heer
zegt: ”Dan wordt de deur gesloten en zult u vergeefs proberen binnen te komen.
U zult schreeuwen en jammeren, maar Ik zal zeggen: Ik ken u niet…..