In de vroege morgen de fietsen in het bakkie van de auto en
eerst maar eens naar een mooi plekje rijden van waaruit we starten. Warme dag,
erg benauwd
ook maar we hebben broodjes mee en flesjes fris dus niet lullig
doen maar lekker rijden. Het is al 30 graden in de auto en we komen aan op de
plaats van bestemming.
Fietsen losmaken auto op slot en hup. De eerste tien
kilometer lekker op de fiets langs de rivier de Linge. Hoge bomen, veel
schaduw, lekker windje in de rug. Ja lekker. Dan op zoek naar het eerste bankje
om even een flesje fris op te drinken maar de bankjes zijn schaars. Heel
schaars, dus je fietst maar door en een lichte pijn tussen de zweterige bilnaad
word je deel.
Eindelijk een vlondertje aan het water. Brood, ja lekker.
Maar ligt nog op het aanrecht. Shit vergeten. Nou ja, dan maar fris. Hoewel,
fris! Lauw is een betere noemer. Het lest wel maar niet lekker. Dan op zoek
naar een uitspanning om koffie te drinken met het bekende appelgebak. Komt uit
de vriezer want is bevroren van binnen dus je vullingen in tanden en kiezen
geven alarm af. Dan maar twee broodjes. Eentje per persoon blijkt genoeg de
andere nemen we mee in de fietstas. Er lopen veel te dikke vrouwen in Ameide.
Die niet dik zijn van het vet, blijken zwanger. It wasn’t me!
We lopen een Ammerse tegen het vege lijf die wel op de foto
wil met Paula. Nico met de dikke sigaar. Even kletsen en dan weer verder op de
fiets. Onderweg een ezel die met zijn snikkel naar ons zwaait. Wat wil zo’n
beest er nu eigenlijk mee duidelijk maken? We werpen hem een overgebleven
broodje toe waar hij slechts op urineert en daarna luidkeels balkt, wat te
denken geeft.
Inmiddels 50 km gereden en mijn kont voelt aan als een
biefstuk waar een zalige slagersdochter een uur vergeefs op heeft staan meppen
om hem mals te krijgen. Nog maar een flesjes lauwe limonade dan. Tegenwind als
we verder rijden en warm, heel warm. Kont is nu op kookpunt aangekomen en benen
voelen als gesmolten was. Dan weer richting de auto die in Hoornaar staat bij
de kerk in de buurt.
Wat een roteind nog. Gesloopt komen we aan bij de auto.
Wat was er ook weer zo fijn aan dat fietsen? Oh ja, dat je, als het achter de
rug is, lekker in de auto met het raampje open weer naar huis kan en niet meer
op die rotfiets behoeft te zitten. Heerlijk gewoon!