Op het industrieterrein van Gelkenes lopen elke middag
kantoormannen.
In groepjes van vier, soms zeven. Meestal in lichtblauwe
overhemden alsof dat nu eenmaal dé outfit is voor kantoor. Soms loopt er een
vrouw bij. Kittig op hakjes, klik, klak, klik. Dikke reet, fraai kuitwerk,
bosje hout voor de deur dat danst bij elke stap. Ze doet me denken aan een
vrouwtjes eend en de mannen aan opgewonden woerden die best wat in haar zien,
maar niemand zegt het, hoewel de wil er is.
Ze ruiken ook naar kantoormannen. Een degelijk aftershave op
gladgeschoren gezichten waarvan de leeftijd lastig raden is. Ernstig pratend, God mag weten waarover. De laatste zakenrelatie misschien of de directeur
die ze hoog hebben zitten doch ook haten want zo werkt dat nu eenmaal.
Misschien smeden ze snode plannen om hem van tien hoog uit zijn kantoorraam te
pletteren.
Ze zijn anders dan ik. Ik zou graag ook een kantoorman zijn
maar mis het benodigde DNA. Ik zou eerder als beul of zo uit de bus komen bij
een onderzoek naar welke job het beste bij mij past. Hoewel ik niet gaarne
koppen afhakt, dus geen zorg. Maar toch. Hoe komt het toch dat die
kantoormannen allemaal zo op elkander gelijken?
Degelijk, strak in de kledij, glad geschoren, netjes, dasje
om en geen onbehoorlijke seksuele verlangens. Zoiets. Een keurige vrouw thuis,
twee kinderen en een nette hobby. Iets met treintjes, golf, misschien
postzegels of zo. Winden laten doen zulke mannen niet. Zelfs als ze schijten
ruikt het naar zeeppoeder.
Nee, ik kan geen kantoorman zijn. Noorman misschien. Toch
weer in de verkeerde eeuw geboren. Ik wist het….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.