Toontje lager blazen
Wil eens even stilstaan bij het zegenen. Het woordje zegenen
is in de Bijbel op veel manieren vertaald en wel als volgd: het groot maken van
God, iemand gunsten schenken, aanbidden en als laatste wil ik noemen: iemand
tot zegen zijn, zoals kinderen ouders op latere leeftijd dat kunnen zijn.
Ooit was ik in een gemeente waar men opriep om God te
zegenen en dat deed men met uitgestrekte handen naar omhoog. Daarna werd er
opgeroepen om uit de banken te komen en elkaar onder opleggen van handen te
zegenen.
Ik deed hier niet aan mee, maar stond erbij en keek ernaar.
Ik geloof namelijk niet dat het zo werkt, sterker nog, ik geloof dat de Bijbel
ons leert dat dit fout is.
De Bijbel zegt namelijk: Nu is het onweersprekelijk dat het
mindere door het meerdere gezegend wordt (Hebre 7: 7-8). Een zegen gaat dus van
hoog naar laag. Een voorganger kan de gemeente zegenen vanuit zijn positie
binnen de roeping. De aartsvaders konden hun kinderen zegenen vanuit hun
ouderschap, God kan de mensheid zegenen vanuit zijn Schepper zijn. In alles
zien wij dat het meerdere het daar onder liggende zegent.
Het is dus onzinnig om elkaar te gaan zegenen en toch hoor
ik dat op verschillende kringen, het een soort (goede) gewoonte is geworden elkaar
onder handoplegging te zegenen. Kringleiders gaan dan de kring rond om hen de
handen op te leggen.
Naast dat ik dit hooghartig vindt, want men weet heel goed
dat zelfs een kandidaat voorganger de gemeente nog niet mag zegenen, omdat hij (nog)
niet in zijn(volledige) ambt staat, ben ik zo bang dat het meer een stukje
machtswellust is. Een stukje: IK zal jou eens zegenen. IK heb iets wat ik jou
eens zal geven. God geeft jou iets via Mij, etc. Ik meen tevens dat de Bijbel
ons leert om niet iedereen zomaar de handen op te leggen en te zegenen. (1Tim.5:22)
Om kort te gaan: weest elkaar tot zegen, help elkander daar
waar nodig is, zegent elkaar door in liefde naar elkaar om te zien, maar
verbrand je handen niet aan gebruiken en vormen van zegen uitdelen, waar jij
vanuit je positie (nog) niet toe geroepen bent. Gods zaken zijn geen speelgoed!