Paula is naar haar werk op het gemeentehuis. Heb dus alle gelegenheid om verder te werken aan de innerlijke mens. Het is rond halfnegen en Old shatter zal inmiddels wel zitten wachten. Pas na herhaaldelijk bonzen sloft Old shat naar de voordeur toe. Hij is ziek en heeft erg hoge koorts.
Ook ijlt hij over Turken die steeds op voor hem onverklaarbare wijze in huis komen. Kijk dan, daar zit er weer een op de koelkast”, krijst hij plotseling. “Man doe niet zo raar...”, zeg ik terug, ”er zitten helemaal geen Halalstrijders in of op je koelkast, het is gewoon een oude bontmuts die daar ligt.” Hij kijkt me aan met een paar waterige ogen die lijken te zeggen: Ja, ja je kunt me nog meer vertellen.
Besluit om een dokter te laten komen die hem penicilline voorschrijft. Vraag hem: “Heb je nog eten in huis Old shat?” In de kast staan alleen nog maar wat lege potjes groenten. Zal maar wat inkopen gaan doen voor de oude man. Hij eet, volgens eigen zeggen, het liefst frambozenvla en appelmoes. Kom terug met tien potten frambozenvla, een doos oude bonbons bij ons uit de gangkast en twaalf blikken appelmoes. “Kom vanavond wel weer even bij je kijken”, Old shat knikt terwijl hij een pot frambozenvla en een doos bonbons leeg vreet.