Sprak met een buurman die een heel eind verder op de dijk woont. Op het eerste gezicht best een aardige man. Het gesprek kwam op de kerk en hij vroeg
naar de naam van de vier muren waarbinnen wij samenkomen. “Oh licht dus.” Was zijn reactie. Toen ik om details van zijn snelle beoordeling vroeg bleek dat hij de samenkomst bezocht in een genootschap dat zich de noemer “zwaar” heeft toebedeeld. Al het andere plaatste hij, met een vernederende ondertoon, onder het kopje: licht.
Hij droeg het zwaar zijn met enige trots en zijn woordgebruik was ook doorspekt met de tale Kanaäns. Woorden als: Bevindelijkheid, predestinatieleer en meer zaken waarbij de dikke van Dalen te hulp moet schieten, vloeiden rijkelijk. Je zag hem zwelgen in zijn woordkeus en hij voelde zich zichtbaar veilig achter de ijdele muur van zijn gewichtig zijn.
Een paar uur later geraakte ik in gesprek met een andere buurman die een charismatische gemeente bezoekt en ook dit gesprek verliep niet lekker. Hij had het over: wij moeten profeteren, een waar christen spreekt in tongentaal, bidden moet met opgeheven handen, het doen van wonderen en wonderbaarlijke genezingen zou voor hem dagelijkse kost zijn evenals, het verstaan van de stem van de Heilige Geest en het proclameren in de hemelse gewesten.
Ook bij hem kreeg ik het gevoel op een weegschaaltje gelegd te worden, gewogen en te licht worden bevonden. Naar gevoel is dat. Mensen hebben dat. Ze wegen je om je geld, je komaf, je opleiding, je uiterlijk, je sociale status en op je geloof.
Mijn humeur werd pas weer beter toen de heel oude buurvrouw van 96 me bedankte voor het helpen met het uitkloppen van haar kleedjes met de voor ieder mens te begrijpen woorden: Je bent een lieve jongen.
Pas in haar vond ik de Here Jezus terug die ons niet komt wegen of we al op gewicht zijn, maar al ons gewicht zelf in de schaal der genade en liefde plaatst door Zijn offer.
Zwaar of licht zijn bedenksels van mensen en strelen enkel het gevoel van eigenwaarde. Het zijn nutteloze zaken die meer kwaad dan goed doen.