vrijdag 5 juni 2015

Dagboek vrijdag


In de avond gaat de voordeurbel en de overburen staan aan de deur en roepen vrolijk: ”Kom eens even kijken.”
Ik slof er achterheen en we houden stil bij het verwaarloosde huis van Old Shat. Er speelt een familie muizen in de verse vitrage die ik een paar dagen geleden heb opgehangen. Ze laten zich zakken langs de randen en vreten verse gaten in het materieel.

...
Onze teckel heeft het gedaan met de schele hervormde buldog van de oude buurvrouw. In een onbewaakt ogenblik is hij ervantussen geknepen en bij de buurvrouw het terrein opgeslopen. Vraag me niet hoe hij het heeft gelapt, maar het is zo. Was net bezig om de voordeur van een nieuwe laag verf te voorzien, toen er een ijselijke kreet klonk vanachter de schutting. Meteen gevolgd door een:”Jij kleine vuile viespeuk!” Zag meteen daarna onze teckel met opgeheven staart de hoek van de tuin omkomen gevolgd door een nog steeds woest tierende buurvrouw. “U zou er goed aan doen, die hond van u bij u te houden. Nou ziet u wat ervan komt. ”Ik stamelde:’ehhh.”
Die vieze teckel van u, heeft het met mijn lieve Doortje gedaan.”
“Maar buurvrouw, die teckel van ons staat toch veel te laag op zijn pootjes om tot zulk een daad te komen?” “Ja, u kunt mij nog meer vertellen. “Ik heb het toch zelf gezien.” Als u maar weet dat wanneer er jonge hondjes van komen, ik het gehele nest bij u kom afleveren,” riep ze, terwijl ze weeklagend weer verdween. De teckel zit me likkebaardend aan te staren. In zijn hondenogen schittert iets van trots.
Als ik het s ’avonds aan Paula vertel, ligt ze in een deuk.