Hoewel wij vrijgevig van karakter
zijn, stuiten
de goede doelen mij elke dag meer tegen de borst. Ze gelijken op
ontevreden kinderen die blijven jengelen om meer, nadat je geschonken hebt. Je
kunt ook zodra je een goed doel gelden schenkt, direct een megahoeveelheid
andere bedelbrieven verwachten in je brievenbus, van allerhande stichtingen en
goede doelen die eveneens om geld verlegen zitten. Wat maar weer aangeeft dat je
gegevens ook onderling verhandeld worden.
Ik wil het niet eens meer hebben
over al de directeuren die een onnodig groot deel van de giften opvreten onder
de noemer van: de arbeider is zijn loon waard. Want iedereen die rekenen kan
komt al heel snel tot de slotsom dat deze figuranten het zeer goed nemen van de
binnenkomende geldstroom.
Een of meer tonnen per jaar is heel gebruikelijk in
deze.
De collectanten zijn lieve,
goedbedoelende mensen die langs de deuren gaan, met een slotje op de
collectebus, want hoewel de directeuren zonder overdrijven als dieven aan te
merken zijn, vertrouwen ze van hogerhand de stumper die langs de deuren gaat
niet, want ze zouden wel eens een euro uit “hun” geldstroom kunnen stelen.
Het wordt dan ook de hoogste tijd
dat goede doelen zichzelf eens onder de loep nemen, waar de prioriteiten nu
eigenlijk liggen? Geneesheren, genees uzelf en kom dan eens terug om geld in te
zamelen, want zoals u nu te werk gaat, zou ik gaarne een aantal ronden in een
boksring met u wensen te gaan, om u uit te betalen wat u werkelijk verdient.