We dronken uit loden
waterleidingen, dronken water met fluor, werden als kind
gewassen in een zinken
wasteil met een stuk Sunlight zeep, zagen de condoomautomaten hun opmars maken,
luisterden naar popmuziek die nu nog subliem klinkt, veegden onze reet bij
gebrek aan wc papier met een oude krant, sliepen onder wollen kriebel dekens en
wierpen ons tankje vol voor drie losse kogelharde guldens en reden zonder
valhelm over de heerbaan.
De leraar op school noemden we
Meester en als je lastig was kreeg je een lel met een liniaal, zonder dat onze
kinderziel er door gekrenkt werd. Je vader noemde je pa en moeder ma, voornamen
waren uit de boze, doch wij hadden wel respect voor ouderen. Je stikte van de
ooms, want elke buurman, vriend of kennis van pa of ma, noemde je oom. Oom
Willem, oom Gijs, Tante Neeltje, ach de lijst met onechte ooms en tantes werd
met de dag langer,
Onze slaapkamers waren onverwarmd
en in de winter stonden de ijsbloemen op de ramen. Je kreeg een kruik mee naar
je nest die in een oude sok was gestopt en meestal door het gewoel midden in de
nacht uit je bed lazerde. Onze gebitten stonden gelijk moeder natuur dat had
geregeld en verder basta. Wel werden de gaatjes opgevuld met kwikhoudend grijs
Amalgaam. We luisterden via piepkleine of iets grotere transistorradio’s naar
radio Noordzee, Veronica of radio Caroline.
Een mobiel hadden we niet, wel
overal en nergens telefooncellen waar je kwartjes in moest kletteren en waar
dikke telefoonboeken in hingen zonder dat de boel gesloopt werd. Wij aten vla,
melk en ander zuivel uit glazen flessen die je weer in kon leveren en dus langs
de wegen lagen geen tonnen afval aan blikjes, kartonnetjes en ander geneuzel.
We moesten leren onze brommers
zelf op te voeren middels grotere cilinders, zuigers, gepruts met tandwielen,
uitlaten, bochtjes en carburateurs. Altijd de spanning dat oom agent je wilde
aanhouden doch die Volkswagen kevers reed je er vaak wel uit. Enkel als de
motoragent je op de hielen zat was je vaak het haasje.
Marokkanen waren aardige mensen,
die enkel positief opvielen en werk deden waar wij onze neuzen voor ophaalden. Ze woonden in achterstandswijken, pisten op een emmer op zolder en werden met open armen ontvangen in ons land.
De islam was een van de vele godsdiensten waar geen enkele vorm van kritiek op
kwam, want waarom zouden we! Jammer, jammer dat mens zich in een halve eeuw zo
in diskrediet heeft weten te brengen, want het was zo leuk.
Zoenen en seks deden we in het
hoge gras in de frisse natuur. Daar kwamen gezonde kindertjes van. De dames
trokken geen libido verlagende panty’s aan, doch hadden spannende nylonkousen
met jarretels. De mannen een vetkuif vol brillantine, doch je behoefde geen
valhelm op, Nederland was toen nog echt een vrij land.
Overal rook je de geur van
benzine aangelengd met een scheutje Castrol raceolie. Je ging er niet harder
door, doch uit je pijp kwamen zalige dampen die helaas wel zorg droegen voor
het versneld dichtkolen van je uitlaatbochtje.
Ik mis die dagen als ik eerlijk
ben. Soms droom ik er een nachtje over en voel mij eindelijk thuis…