Boodschappenlijstje, kratje
pakken, lege flessen in het monsterlijke apparaat
bij de Emté dat boert, blèrt,
gilt of de lege fles terug in je oog lanceert als je te snel de flessen in haar
strot drukt. Groenten wegen, meisje van de groente afdeling hallo zeggen, een van slagers worsten grijpen, grabbelen in je zakken waar je boodschappen lijstje
zich nu weer verstopt.
Dames met wulpse achterwerken
versperren de weg of staan in uitdagende pose in het augurken pad
voorovergebogen te graaien naar weet ik veel wat.
Een oude man met druppel aan
zijn zinksnijder, sloft op geruite pantoffels voetje voor voetje voor je kar en
schiet niet op. Overrijden mag niet, dus je keert maar om en slaat een pad over
om te ontdekken dat je toch weer terug moet want juist daar staat de hagelslag
XXL.
Bij de kassa een oude naar zware
shag geurende vrouw voor laten gaan die enige gelijkenis vertoont met de mummie
van Cleopatra en er achter komen dat ze bedoelde met die “ene” boodschap, een
zeker merk shag dat pas na 5 minuten graven in de lade door het mooie meisje
met het lange haar bij de kassa gevonden wordt.
Piep, piep, piep, wilt u zegels
voor het cadeau pakket, voor de Playmobil, wilt u de bon, waar is uw Emté pas,
wilt u een kus? Oh nee, dat laatste is mijn fantasie. Eindelijk buiten. De zon
schijnt, niet zeuren, boodschappen doen is nu eenmaal onderdeel van het leven
doch drukt ons wel op de feiten dat we in de zonde liggen. Ooit staken wij ons
mollige handje uit en vraten vruchten zo van de boom. Maar we moesten zo nodig
die verboden opvreten. Eigen schuld.