zondag 19 februari 2017

Os en ezel


Gij zult niet begeren, uw naasten vrouw, nog zijn os of ezel, enfin u kent de rest wel van de wet des Here wel die wij wekelijk te horen krijgen om
mij volstrekt onbegrijpelijke redenen, want men begint tenslotte met: ”Hoor Israël” en ik behoor niet tot die noemer Israël, helaas.
Kijk, met dat begeren van die naasten os en ezel, ach daar heb ik geen moeite mee, welnee. Maar die naasten vrouw, dat is andere koek. Er zijn er altijd wel bij dat je als man denkt: Nou, nou!”
Zouden vrouwen dat nu ook hebben? Ze kijken altijd zo vroom vanonder hun hoedje en ik vraag mij derhalve vaak af, wat broedt daar allemaal onder? Doch tot nog aan toe nimmer meegemaakt dat er in de kerk een lekkere op schoot kroop onder het slaken van de kreet ”ik houd het niet meer uit,” en je vervolgens een intense kus gaf. Nee, dat zijn typisch gedachten die enkel opborrelen in het hoofd van een heiden die met de hakken over de sloot het Paradijs ooit binnenkomt en voor straf op de drempel van God paleis zal moeten vertoeven, voor eeuwig. Nou ja, liever op de drempel van Gods woning dan het andere met al dat vuur.

Of wat te denken van de Arabische variant dat je 72 maagden krijgt. Ik zou niet weten wat ik er mee zou moeten, u wel? Overigens heb ik me daar eens in verdiept en het woord voor maagd zou je in de Koran ook kunnen vertalen met “vijgenkoek”.  Nee, die moslimhemel kan mij niet bekoren. En dan, ik houd niet van vijgenkoek. Wordt er winderig van….