Bedoel niet of je wel eens een blauwtje hebt gelopen, want
dat overkomt de beste in zekere jongere jaren. Nee, ik bedoel dat je
vriendelijk wilde zijn en dat je vriendelijkheid werd ontvangen of je iemand met
mest in het gelaat wierp.
Voorbeeldje: de aardige man die je al jaren kent van het
snoepwinkeltje waar hij zijn zoete verleidelijkheden slijt, stond bij de boeken
in de kringloop. Legde mijn hand op zijn schouder die hij afschudde als een
vies insect onder het uitroepen van: “ik houd er niet van als iemand mij
aanraakt.”
Die voel je hoor. Je bedoelde het amicaal maar het werd als
zijnde asociaal ontvangen.
Nog eentje: de wat onooglijke vrouw in de kerk die je al
jaren kent en vaak eenzaam in haar bankje zit. Je denkt: toe, laat ik eens
naast haar gaan zitten want je bent in een lieflijke bui, hetgeen mij een must
lijkt bij het ter kerke gaan. Je schuift voor haar idee te dichtbij en ze kijkt
je aan alsof je een liter ijskoude karnemelk op haar kerkhoed hebt gegoten en
schuift direct een meter opzij.
Die afwijzing voel je
ook, dacht ik.
Oké, mensen hebben hun barrières waarachter ze zich veilig
gevoelen. Er zijn er die hebben een veiligheidszone van een meter terwijl
anderen met zeven meter al benauwde gevoelens ontwikkelen.
De vrouw achter de viskraam waar je elke week je dode visje
koopt op haar arm tikkend. Weer fout want ze kijkt je verwoestend aan, terwijl
jij het lief bedoelde. Je bedoelde het als: Hallo ik ben het”, maar het kwam
niet over. Met een: ”kijken mag maar aankomen niet”, sloft ze op kromme
beentjes verder, de omstanders en toehoorders de indruk gevende dat jij haar op
klaarlichte dag onzedelijk betast hebt.
Het gekke is dat het dikwijls mensen van christelijke komaf
zijn waarmee ik zulke (noem het) aanvaringen heb. Ik zeg er maar niets van,
maar denk vaak aan ze, zeker als ik ze liederen hoor zingen als: Heer raak mij
nu aan.
Hij wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.