De Schepper schiet zijn vuurpijlen in de morgendamp door het
geboomte des velds.
Mensen tastten naar wonderen en bezoeken genezingsdiensten
om een glimp op te vangen van een teken of wonder. Begrijpelijk, want je zult
maar ernstig ziek zijn.
Doch laten we nimmer uit het oog verliezen dat wij een
wonder zijn. Dat we in een wonder leven. Dat de grootste wonderen elke dag voor
u en mij op te rapen zijn als het manna in de woestijn van ons bestaan. Doch
het leven is niet elke dag appeltaart eten. Er zijn ook tijden waar u en ik van
denken: daarin hebben we geen plezier.
Dan is het goed ogen te hebben die zien en oren die durven
horen. Doch, geen mens is zo blind als diegene die niet wenst te zien….
Ik eindig met een spreuk van een bevriende Orca-temmer : “Ik
heb nog maar twee tanden”, sprak een oude vrouw.
“Eentje onder en eentje boven, doch prijst de Schepper, elke
keer als ik eet ontmoeten ze elkaar.”