“Meneer u hebt Jezus nodig in uw leven.” Een jongeman sprak
mij aan op straat.
Een vorm van straatevangelisatie, dacht ik. Hij had nogal
last van puistjes die uitbraken in zijn hals en op zijn voorhoofd waardoor hij
me deed denken aan een tube op barsten staande mayonaise.
“Vertelde hem dat ik reeds christen was, doch hij woog me
met zijn ogen en daar ik juist met de valhelm in de hand van de oude luid
knorrende Harley was gestapt, twijfelde hij ernstig. Ik voldeed niet aan het
stereotype beeld van een kerkganger/christen, dus hij schepte adem, deed een
paar stappen terug en overzag mijn nog altijd gespierde armen.
“U moet niet spotten met het geloof meneer. Als u wilt
schenk ik u het belangrijkste boek op aarde.” Hij zwaaide met een Bijbeltje en
ik verzekerde hem zeven vertalingen te bezitten en reeds drie Bijbel te hebben
stukgelezen en ter aarde besteld. Een eigenaardigheid mijnerzijds om versleten
stuk gelezen Bijbels te begraven, maar ieder mens heeft recht op iets geks.
Hij schudde zijn pukkelige hoofd en draaide zich om en liet
mij staan zonder wat te zeggen. Ik keek hem na en zag dat hij een oude vrouw
met rollator begon te bepreken. Want zo mag ik het wel noemen dacht ik. Dit is
geen evangeliseren dit is examineren.
Veel christenen bedoelen het wellicht goed, doch ze raken de
verkeerde snaren. Ze doen me denken aan opgewonden eenden die het zaad wensen
te verspreiden doch bij de daad de gegadigde verzuipen in hun drift.
Ze zijn niet in staat om te beseffen dat God de mens tact
heeft meegegeven om te bezigen binnen een goed gesprek. Ze gaan als een
bulldozer op het doel af en als dat niet lijkt te zijn als ze hoopten dan
walsen ze het plat en laten je achter met een gevoel van te licht te zijn
bevonden. Als Jezus zo zou zijn, kreeg Hij nimmer volgelingen…