Het leven zo vol verplichtingen en taken. De sleur
van alle
dag, de school, je werk, de zaak, ach, en dat terwijl wij ooit dansten in het
bos. Staande in de dagelijkse file, denkt een mens er wel eens diep over na.
De
vooruitgang, bedoel ik. Hebben wij ons niet ook toen al bij de neus laten
nemen? Bedoel toen wij in dat paradijs leefden en slechts gelukkig behoefden te
zijn.
Maar de mens moest zo nodig zijn eigen wegen gaan en zie ons nu eens aan!
We zijn een heel eind verdwaald in een onneembaar woud van gedonder in de
glazen.