De Kikker ligt er vredig bij deze morgen. Er hangt een
zweem
van spruitjeslucht in het zwerk vermengt met gepofte eikels. Her en der steken
geschubde parasolzwammen hun zwellichamen door moeder aarde en zwaffelen wat
sporen rondom hun heen. Zij wel.
Een hond jankt en een boerin rekt zich uit. Haar adem stoomt
uit haar keelgat en ze krabt zich aan de kraaiennesten onder haar oksels.
Uw fotograaf staat erbij en kijkt ernaar. Een groep kinderen
fiets naar de kerk en zijn nat van de ochtendmist. Hun geklets klinkt vrolijk
en blijft naklinken als een lastig wegstervende echo.
In het water vechten twee meerkoeten om een vrouwtje en
schreeuwen erbij. Een paard laat zijn paardenworst heen en weer slingeren
terwijl er een stomende stoom paardenpis op het weiland klettert. In de verte
kraait een haan en de klok van de kerktoren slaat dreunde negen uur, terwijl
het raderwerk kreunt als een opgewonden langzaam op gang komende matrone.
Aan mijn snor hangen druppels die zich een weg banen langs
mijn hals en even huiver ik. Dag herfst, leuk je weer te zien. Had het niet erg
gevonden als je nog even was weggebleven, maar nu je er toch bent, heet ik je
van harte welkom. Toe, maak het niet te dol met je slagregen en harde winden.
Dan blijven we toch vrinden…