Op die heuvel daarginds
stond een ruwhouten kruis,
het symbool van vervloeking en schuld.
Maar dat kruis werd de mens
tot het kostbaarst kleinood,
daar Gods wet aan dat hout werd vervuld.
’k KLem mij daarom aan Golgotha’s kruis,
tot de Heer komt en met Hem het loon.
Als die grote dag aanbreekt
en Hij ons dat kruis
dan verwisselt voor d’ eeuwigheidskroon.
O, dat ruwhouten kruis,
door de wereld gesmaad,
heeft een wond’re bekoring en macht.
Want Gods Zoon liet zijn troon,
Hij droeg smaadheid en hoon,
om de vreugd’ die dat kruis voor ons bracht.
Van dat ruwhouten kruis
met het bloed van Gods Zoon
straalt een licht dat door niets wordt gedoofd;
vol van schoonheid en pracht,
vol van reddende kracht
voor een ieder die in Hem gelooft.