Een beetje vent kan veel. Goed, je hebt mannen die nog geen verfkwast van een
tandenborstel kunnen onderscheiden, doch daar is dan toch iets misgegaan in het
DNA. Er zijn wat chromosomen weg of zo, weet ik veel! Het grote nadeel van veel
kunnen is dat er van je verwacht wordt dat je dan ook veel doet.
Soms door volslagen vreemden die je nog nooit een bak koffie
hebben aangeboden, maar menen je gerust voor hun karretje te kunnen spannen.
Zo leer je snel “neen” zeggen.
Een woord dat slecht valt bij
de vragende mensheid. Men wenst er dan ook nog een verklaring 'waarom niet'
bij, iets wat men nimmer wenst bij het “Ja” zeggen. Dan wordt het pis pas goed lauw,
want “nee” is een prima antwoord en daar moet men het dan mee doen. Tenzij er
sprake is van gezonde wederkerigheid.
Hadden ooit een vrouw in de kerk die meende dat de dominee
bedoelde met: help elkaar, dat ze mij gerust kon vragen 6 kubieke meter zand
naar achter te kruien (in haar tuin) want zij en haar man waren daar te zwak
voor.
“Je hebt het gehoord van de dominee,” sprak ze vol vuur en
verwachting. Ik stelde voor Paula’s en mijn auto bij haar voor de deur te
plaatsen en dat zij en haar man deze eens lekker gingen soppen, terwijl ik het
zware werk zou verzetten in de vorm van zand kruien.
Vreemd dat het toen niet meer behoefde.
Elkaar helpen wil
voor velen zeggen: jij moet mij helpen. Maar andersom liggen zaken blijkbaar
geheel anders.