Als je moeder (of vader) dementeert dan verwissel je van
positie. Dat gaat gelukkig niet van de ene op de andere dag, doch elke keer als
je elkander ontmoet schuif je
een heel klein stukje op. Word jij de persoon die
alles moet regelen en beslissen en komt moeders wil er op een gegeven moment
minder en minder aan te pas. Dat is even slikken en je went er slecht aan.
Op de bankjes voor het verzorgingstehuis staan twee teksten.
De ene luidt: ik behoef nergens meer aan te denken en de ander iets in de geest
van: ik behoef nergens meer heen.
Deze teksten zijn bedoelt als troost, doch bedacht door
iemand met weinig gevoel van wat er zich werkelijk afspeelt bij het ouder
worden. Juist dat nergens meer aan hoeven denken en dat nergens meer heen
behoeven is een pijn, een leegte, een verlies dat geen troost is doch een
vloek.
Hoe goed en lief de zusters ook zijn, je eigen vrijheid, meningsuiting,
ja zelfs je herinneringen aan wie je bent etc. verliezen en niets meer moeten
is voor mij een reusachtige pijn, als ik moeder zie.
Ik lees altijd weer de opschriften en zou graag een paar
woorden wisselen met de bedenker van deze tekst die het zo goed bedoelde doch
de paal volkomen mis heeft geslagen. De massa wil wat graag weer ergens heen en
overal aan denken doch….het gelukt niet meer.
De tekst doet me denken aan iemand die neer is geslagen en
een passant zegt: ’zo, lig jij even lekker.” “Wat een bof.”