Ester 2:17
De koning had Ester lief boven al de andere vrouwen en zij
ontving van hem meer liefde dan de andere maagden.
Ester 2:19: toen voor de tweede maal maagden bijeen werden gebracht
voor de koning…
Het Bijbelboek Ester is een raadselachtig boek. Het begint
al bij de naam Ester die in de grond: ster, lichtdraagster en (de meest
belangrijke) IK verberg Mij, betekent. Dit omdat er van alles in het boek
gebeurt waarin de hand van de Schepper aanwezig is, doch nooit wordt genoemd.
Nu ja, enkel achterstevoren en in een anagram. Verborgen dus.
Wat mij bevreemd is de zin: De koning had Ester lief boven
al de andere vrouwen en zij ontving van hem meer liefde dan de andere maagden.
Liefhebben te midden van talloze vrouwen. Is het woord
“liefde” dan nog wel op zijn plaats? Want denk nu niet dat die koning wegkomt
met de gedachte dat hij niet sliep met die harem van hem? Natuurlijk deed hij
dat. Zo zijn mannen nu eenmaal. Wie anders meent moet naar de dokter.
Maar is dit nu liefhebben en liefde? Ik kan mij vergissen
maar het lijkt me eerder lust. Hij vond Ester een lekker ding. Maar liefde,
nee, dat is in mijn beleven een verkeerde vorm van vertalen.
Liefde heeft namelijk niet zozeer te maken met lekker
vrijen, maar met geven. Met er zijn voor die ander. Je ontfermen over die
ander.
Nu kennen wij eigenlijk maar één woord voor liefde en dat is
een beetje jammer. Het Grieks kent er wel zeven. Van de Agape liefde, naar de
Eros en op het einde de Phileo. Wij zouden zeggen de minste vorm van de liefde,
vertaal het met: op iemand gesteld zijn. Allemaal worden ze vertaald met liefde
in onze geschriften en dat rammelt een beetje.