Mijn opa die zijn gehele leven in de donkere polders viste en stroopte, was een nuchter mens. “Er bestaat naast ons mensen in het geheel niets. Ik heb in al die donkere nachten nog nooit een ufo, een spook of kabouter gezien.”
Een vrij nuchter mens, je hoort het al. Het leven lijkt ook onverschillig te staan tegenover zichzelf. Aardbevingen, ziekten, allerhande ellende, oorlogen en dood. De rij is te lang om op te noemen en wie meent er een log...ische draad in te kunnen vinden, vergist zich, dacht ik.
Toch kan ik mij niet geheel losmaken van het idee in het voorportaal te staan van iets groots. Dat het mooiste en datgene waar het nu eigenlijk om draait nog te komen staat. Niet in de vorm van 72 maagden, want dat is een typisch menselijk denken van enkel het “beestje” man. Het woordje voor “maagden” in de koran, is ook te vertalen met” vijgenkoeken” en de teleurstelling kan dan groot zijn voor hen die rekenen op een oneindige wip en dan de rest van hun bestaan koeken zitten weg te malen.
Nee, wij moeten er maar niet te veel menselijk denken aan vast knopen, dat hiernamaals. Maar als we de natuur zien en het verschil tussen een rups en een vlinder, dan meen ik dat er nog heel wat te komen staat.