We willen er niet aan maar ooit gaan we. U was
van plan te
blijven? Wel dan heb ik nieuws voor u, dat gaat niet gelukken. Prediker schreef
het al: er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Nou ja, in iets
andere woorden want dit klinkt meer als de laatste carnavalskraker en er is
weinig lol aan het hoekje omgaan.
Of toch wel? Bedoel maar te zeggen dat als de rups geweten
had dat ze na enige tijd als een hemelwezen uit de as van haar cocon zou
opstaan, ze geheel anders tegen dat heengaan zou opzien. Krek eender met de
libellen die eerst een jaar of langer als een roofzuchtig kevertjes op de bodem
van de sloot haar dagen slijt en af en toe kroop er een door het wateroppervlak
naar omhoog en werd nooit meer teruggezien.
Dus nee, na dat verscheiden is er niets meer. Wist dat
insect veel, dat er dwars door die normaliter onneembare barrière een heel
nieuw leven kwam. Nu zweven ze weer volop in het zwerk al die vlinders en
libellen. Mooi een heel nieuw leven.
Het probleem van Maarten T’Hart of Kuitert is niet dat ze
ongelijk hebben in eigen denken, doch dat ze menen dat hun denkvermogen groot
genoeg is om zinnige uitspraken te doen als het om de eeuwigheid gaat.
Denk daar eens aan als u weer niet kunt geloven in een
hiernamaals en u stuit op de beperktheid van uw eigen denkvermogen. Misschien
bent u, ben ik, zijn wij wel veel te stom om te kunnen beredeneren hoe het zit
hierna. Voorzichtig aan dus maar…