Ik lag op mijn legerstede te rusten en vroeg de Schepper om
te zien wat nu werkelijk de kern was waarom alles draaide binnen het geestelijk
leven. Ik zag kerkmuren verdampen,
dogma’s en stellingen, catechismen en
kerkhoedjes vlogen in de lucht en verdwenen uit het zicht. Een scala aan
opwekkingsliederen fladderde over de rand van de realiteit en verdween.
Kerkorgels en andere “heilige instrumenten” stond in
lichterlaaie en kerkklokken kwamen met donderend geraas naar omlaag.
Preekgestoelten werden door de molm aangevreten en verstoven als los zand.
Torens storten omver, toga’s vielen als oude lorren uiteen en ik zag mensen die
hier op aarde nu heel belangrijke taken vervullen verdampen. Blessings al dan
niet uit Toronto, boeken vol gaventesten en andere spirituele bestsellers, ze
vervielen allen uiteen en verwaaiden als losse bladeren.
Ik zag opgeheven handen, hoorden stemmen proclameren, zag
mensen uit alle naties en talen die meenden dat hun Godsdienst zaligmakend was.
Er waren kerknamen, van gerebaptiseerd tot gepinksterhervormden. Ze werden aan
stukken geworpen door een reusachtige engel.
Ik hoorde leerstellingen, filosofieën en allerhande Godsdienstlessen die
uiteen vielen als los zand en verstoven op de wind. Alles leek op te lossen tot
er zicht kwam om de kern.
Daar stond plotseling een man op het strand met
kinderen om zich heen. Hij hurkte neer en schreef woorden in het zand.
Er stond: als alle bedekkingen wegvallen, wordt het ware
goed zichtbaar. Elk kind had een schitterende lichtgevende ster in zijn handen
die fonkelde zo sterk dat je er niet lang naar kon kijken.
“Dit, sprak de Heer, is wat werkelijk van belang is, al het anders is opsmuk, ballast en van generlei belang.
“Dit, sprak de Heer, is wat werkelijk van belang is, al het anders is opsmuk, ballast en van generlei belang.
Kerkgebouwen, systemen, filosofieën, dogma’s, leerstellingen,
opvattingen allemaal niet van heus belang
mijn kind. Ware Godsdienst is met Mij zijn, want ik ben het ware licht. Zonder
dat licht is alles dood en dor. De kern, dat ben Ik zelf. Al het andere is
opsmuk en bijzaak en zal vervallen als Ik kom om jullie te halen. Van het hele
christendom zal slecht dát overblijven wat gedaan is in relatie met Mij. Al het
andere is onbelangrijk. Tradities, gewoonten, dogma’s, leestellingen, ze zijn
slechts slap en kromgetrokken pogingen van mensen om het levende woord in een
formule te vangen. Doch het ware woord laat zich nimmer binden of vangen.
Ik ben nooit gekomen om je een mooi en zalig leven te
schenken doch om je te verlichten van binnen uit en over de muur van de aardse
beperkingen te tillen. Pas dan zal het ware goed zichtbaar worden…