Ik hou ervan om niet altijd die gebaande wegen te gaan en vragen te opperen die wij zo dikwijls horen.
Dat wil niet altijd zeggen dat ik het "christelijk juiste" antwoord niet (wil) ken(nen). Maar soms voelt het een beetje als napraten.
Twee dames die ik passeerde in de stad daarnet, spraken met elkaar en ik ving de woorden op:" en wat je nou echt moet doen om op te vallen is....." de rest ging verloren door een langs daverende motorfiets.
Toch zette die halve zin mijn aan het denken.
Ze verwoordden het gevoel wat ik soms wel eens heb bij mensen die in de kerk een functie uitoefenen. Niet altijd hoor, begrijp mij goed, maar soms.
Zeker als het om de mensen met de gaven van genezing, of profetische gaven gaat.
Een gevoel van: Wat je nou moet doen om op te vallen....
Gaat het nog om God? Gaat het nog echt om de Here Jezus? Gaat het nog echt om die ander? Of valt of staat het met een eigen gevoel om op te vallen?