Ik zat naast Joop die ochtend om een katholieke dienst mee te maken.
Er zou (zoals dat bij ons heet) avondmaal gehouden worden. Dat gaat daar dus iets anders want het heet daar eucharistie en voor zover ik het kon volgen nam de priester wel een ferme slok wijn, maar omdat ik nogal achterin zat, kon ik niet goed zien of de gemeenteleden nu ook nog wijn kregen.
Aan de rode neus van de priester te zien, niet. Joop zat over zijn buik te wrijven en kreunde iets over last van opgeblazen gevoel en winderigheid. Ik schoof een stukje op, maar dat was voorbarig want Joop slofte naar voren om een stuk hostie te halen. Ik zag hem met de billen knijpen om alles op alles te zetten de boel binnen te houden.
Bij het knielen ging het gruwelijk mis. Joop vertelde mij later zo onwijs veel gas te hebben en op het ogenblik van neerknielen de ingeving kreeg een klein beetje geruisloos te laten glippen om lucht te scheppen.
Wat ik er van meekreeg was dat ik Joop zag neerknielen, de priester de hostie ten hemel zag heffen om haar te zegenen en toen liet Joop een knetterwind zonder weerga.
Er kwam werkelijk geen einde aan en galmde door de hele kerk heen zodat ik zelfs achterin de sonore lang geantichambreerde wind, die zowel in de hoge als in de lage tonen haar mannetje stond, in vol stereo kon horen. Joop kwam met een rode kop, maar zichtbaar opgelucht terug, zonder hostie.