We gaan weer onderweg naar kerst. Een sfeervollere tijd bestaat er niet, me dunkt. De kerstbomen worden weer gezet, hoewel die niets van doen
hebben met het kerstfeest en hun wortels hebben in het lichtfeest der heidenen. In dat heidendom werd het verlangen naar licht gesymboliseerd door een denneboom die altijd groen is en lichtjes die aangestoken werden. Het is nog maar de vraag of de Christus wel in December geboren is, want de herdertjes lagen bij nachten in het open veld en het is ook aldaar verdraaide koud rond december.
De kerststal wordt gezet en velen zwijmelen bij het kindje in de kribbe. Van mij mag je. Voor velen is Christus dan ook niet veel meer als het kindje in de voederbak en ze willen Hem daar dan ook graag in houden. Dat Hij het Lam Gods bleek die al de zonden der wereld droeg, gaat aan hen voorbij. Men komt rond die dagen ook wel de kerk in, wat fijn is doch ook dan blijft het bij die ene keer waar men de Here Jezus gaarne als het kindje in de kribbe komt ervaren. De man aan het ruwhouten kruis is voor velen derhalve een aanstoot. Ze doen mij denken aan de mensen aan wie de herders vertelden dat de Redder der wereld geboren was. Ze verbaasden zich, ja verwonderden slechts, en daar bleef het bij, leert de Bijbel. Jammer, en toch elk jaar weer een gemiste kans want Hij wil gaarne de stuurman in uw leven zijn. Dat is voor velen een brug te ver. En toch is zonder Jezus je kerst mis, als het om de ware betekenis van kerst gaat...