In Nederland en België doen per jaar veel
mensen een poging
tot zelfdoding. Zij ervaren het leven als zinloos. Tot zover een gedeelte uit
het boekje “een hand vol koren.”
Ik moet zeggen dat zulk een botheid en onwetendheid mij
enigszins verbazen. Had de schrijver van dit stukje zich ook maar een klein
beetje verdiept in de achterliggende gedachten en redenen waarom mensen een
einde aan hun leven willen maken, dan was hij zeker niet tot deze domme
kortzichtige slotsom gekomen. Helaas heb ik in de directe omgeving van de
vriendenkring mensen meegemaakt die uiteindelijk tot deze daad kwamen. Nooit
heb ik ook maar iets ervaren van de afkeer van het leven of enig gevoel van
zinloosheid. Mensen die tot deze daad kwamen waren altijd, zachtaardig, lief en
geliefd. Ze ervoeren het leven onder geen beding als zinloos. Ze stonden vaak
middenin het leven.
Ze wilden enkel niet verder leven omdat ze het leven met al
hun pijn niet meer aan konden. Ze wilden wel leven, maar zonder dat
lichamelijke of psychische lijden. Dát beste schrijver van het boekje vol
koren, is de slotsom van mijn ervaringen en heeft niets uit te staan met
zinloosheid. Het heeft te maken met menselijkheid, pijn, moeite, verdriet en
uitzichtloosheid. Zelfdoding of zelfmoord is derhalve een verkeerde
uitdrukking. Ze zijn ten diepste gestorven aan hun geestelijke of lichamelijke
pijn.