Nou ja, dat zou volgens velen de goede insteek zijn.
Maar is
het altijd fijn in de kerk of moet je er vaak ook moeite voor doen om te gaan?
Als ik voor mijzelf mag spreken dan heeft het naar de kerk gaan elementen van
“fijn”. Doch er zitten ook heel veel elementen bij die ik niet altijd als fijn
ervaar. Het kan onrustig zijn in de kerk (kinderen klieren, ouderen kunnen niet
stilzitten etc.) Dan gaat veel langs je heen en spreek ik niet van “fijn”.
De
preek kan tegenvallen, een voorganger is ook maar een mens, dan zit je de tijd
min of meer uit en is er ook geen sprake van “fijn”. Zijn de gebeden altijd
fijn of ervaar jij ze als langdradig? Is het zingen echt geestelijk opbouwend
of traag, sober en word je er enkel slaperig van? Er zijn tal van dingen te
benoemen die jij en ik als niet zo fijn kunnen ervaren. Toch is een zondag
zonder kerkgang leeg.
Je komt ondanks dat je veel elementen als minder of niet
fijn hebt ervaren in de kerk, toch thuis met een goed gevoel. De kerkgang is
deels oefening van de geest. Moet dat dan eigenlijk altijd wel fijn zijn? Zijn
we met ons vermaak-evangelie wat in veel kerken wordt gepresenteerd niet een
beetje op de “vermaak-tour” gegaan? Is het wel de bedoeling van een kerkdienst
om heerlijk en fijn vermaakt te worden of mogen geestelijke oefeningen ook
minder ontspannen en fijn zijn?