Wat wij weten is ten dele wat wij van God weten is
gebrekkig.
Zomaar een paar zinnen uit het Bijbelboek weke aangeven dat
wij door een spiegel in volkomen raadselen kijken.
Ons kennen zal ooit, je kunt
het je toch bijna niet voorstellen, zijn als van aangezicht tot aangezicht. Wat
een belofte. Maar ergens dragen deze woorden ook een waarschuwing, ja een
vermaning met zich mede. Wij moeten niet doen of wij de wijsheid in pacht
hebben, alsof wij de waarheid volkomen verstaan, want dat is ons hier op aarde
niet gegeven. Wij mogen op Hem zien die de waarheid is en Zijn verlossende
liefde aanvaarden.
Derhalve vind ik het ronduit fout als de kerk nieuwe
ouderlingen en diakenen op de volgende vraag antwoord wil laten geven: Weet je
zeker dat God je geroepen heeft tot het vervullen van deze taak (diaken of
ouderlingschap?) Gevolgd door: geloof je dat deze kerk de waarheid preekt/spreekt
en niets dan de waarheid?
Zulke vragen gaan mij dus te ver omdat ze indruisen tegen de
Bijbel zelf. Of wij moeten het beter willen weten dan de schrijver. Hoe dan
wel? Ik zou zeggen:”Voel je je geroepen om de gemeente te dienen en geloof je
dat deze kerk binnen haar vermogen de Bijbelse waarheid zal nastreven?
Dat is in ieder geval Bijbelser dan wat we nu voor een
vreemde opgeblazen formules horen bij een dergelijke inzegening. Laten wij
oppassen niet verder te gaan dan het woord Gods!