We schrijven 1965. Aan de waslijn
wapperde de katoenen lappen die
moeder gebruikte om haar maandelijkse
ongemakken te ondervangen. Vroeg je er naar dan werd het afgedaan als
hoofdpijndoekjes maar ieder kind snapt dat je voor hoofdpijn geen lapje tussen
je benen stopt. Het was een heel gedoe, die stinkende lapjes in de wasketel
weer uit te koken en het rook niet geheel fris, ongeveer als op een zomerse dag
bij de visboer. “Uitje er bij?”
Het Toiletpapier was in die dagen
ook vaak een krant waardoor je in spiegelbeeld op je kinderbibs kon lezen wat
er zoal aan drukwerk in de krant van die dag stond. Zo werd drukwerk en
drukwerk één. Al snel kwam het grijze schuurpapier op de markt en de eerste
damesverbanden die met een veiligheidsspeld moesten worden vastgezet op de
intieme plekjes. Ging dat mis dan had je een piercing in je lip vol schaamte.
Plakstrips bestonden nog niet en ook geen verbanden met vleugeltjes waardoor je
gelijk kunt zwemmen en paardrijden (ze vinden wat uit hoor!)
Bij het druk en kak-werk was het
ook nog niet allemaal feest want het was, als al geroepen, hard, stug en je
stak regelmatig met je vinger door het enkel gelaagde papier waardoor je je
aarsdop toucheerde wat opwindend was maar je vinger ging er zo naar van geuren.
In 1980 was Prinses Christine bij
Prinses Juliana op bezoek en ontdekte dat hare (ex) majesteit haar Koninklijke
gat nog altijd met het grijze Popla meende te moeten vegen. Wat een zalig mens
was dat toch. Koning keizer admiraal, Popla kennen ze allemaal.
Condooms waren slechts via de
stichting NVSH te koop, de reden dat Bernhard een spoor aan nazaten verwekte
wat geen voorbeeld was en mij altijd te boven komt tijdens het zingen van het
Wilhelmus. “Lijdt u, mijn onderzaten, die oprecht zijt van aard”. En denk er om dat er heel wat “onder zaten”
want hij sproeide er koninklijk op los. Hij wel….