Ooit was de brommer het vervoer
middel van Jan met de pet.
Een auto lag ver buiten het bereik van de gewone
man. Directeuren reden heilige koeien en Jan met de pet nam de benenwagen, de
fiets of als hij erg modern was, de brommer. Meestal een stevig model waarbij
de billen van de betreffende en zijn broodtrommel insleten op de buddyseat.
Zo’n brommer ging naar de gebruiker staan en begon naar hem te ruiken. De tijden
waren anders, werkgevers noemde je nooit bij de voornaam maar werden met meneer
aangesproken. Langzaam maar zeker kreeg ook Jan met de pet het steeds beter en
het eerste volkswagentje kwam in beeld, ook in Nederland nadat Hitler eindelijk
de pijp aan Maarten gaf. Straten waren nog altijd leeg en her en der werden de
eerste Dafjes gezien. Spelen kon je in die dagen onbezonnen want er was weinig
sprake van gevaar vanwege verkeer. Betalen om te parkeren was ondenkbaar. Wie
betaalt er nou om te stoppen?
Het is snel gegaan allemaal. We
leven in de dagen waarin “armen” voedselpakketjes op komen halen. Nee, niet
lopend, op de fiets of met de brommer. Ben je gek. Met de auto natuurlijk. Ook
armoede is meegegroeid naar de maatstaf van deze tijd. De levensstandaard is
fors omhoog gegaan en velen beseffen niet eens meer dat onze generatie tevreden
was met een boterham tevredenheid (zonder beleg of boter dus). Geen Tv, geen
vakantiereizen, geen douche, elke dag aardappels met of zonder een piepklein
stukje vlees en een sloot jus.
Geen mobiel, geen internet, geen computer, geen
voorbehoedsmiddelen, geen dubbele beglazing. Geen wasmachine, geen
wegwerpluiers, geen zacht dubbel gelaagd wc papier, geen maandverbanden met of
zonder plak strips, geen tampons, geen condooms, geen vrije seks. Geen werkende
moeders, geen sterwit, geen bodyshaver.
Wel ijs op de ramen in de winter,
mama de hele dag thuis, een kolenkachel, een kopje thee en lange vingers en
paardendekens op bed. Wel je eigen wassen met groene zeep, wel kleding in de
wasketel opkoken. Wel haar op je kont, een vloermat voor de deur en
kraaiennesten onder je armen. Wel spelletjes doen met elkander, elkaar helpen,
je buren goed kennen, kortavonden of tot laat in de avond voor de deur in de
straat de laatste roddels bespreken. Een soort facebook dus, maar met echte
vrienden en vijanden. Een ban bestond nog niet. Men lelde je in die dagen voor
je” harsus” als je lastig deed.