Ik fietste vandaag langs de katholieke begraafplaats in
Gouda en voor ik het wist liep ik al over het onder mijn schoenen knarsende
grind naar de kapel.
Voorzichtig voelde ik aan de deur die open bleek en ik ging
er binnen. Er hing een prettige sfeer van wijding en rust die ik zeer hoog
acht. Je kon er een kaarsje branden voor een overledene en even dacht ik aan
mijn hondje, maar ik denk niet dat Luther het oké vindt als ik kaarsen brand.
Ik ben er eens neergeknield aan het altaar en keek in de ogen van een
gekruisigde houten Jezus, die mij niets deed, maar toch…
Ik vertoefde er een half uurtje en besefte toen weer dat
iedereen die de Heer liefheeft een zuster of broeder is. Zonder nou direct
slijmerig te willen overkomen. We moeten waken om elkanders afwijkingen en
dwalingen te veel voor ogen te hebben als het gaat om de kern. De kern is de
Here Jezus. Afgelopen zondag vertelde een vrouw mij dat haar dochter 20 jaar
was afgedwaald maar nu weer in de kerk kwam. Of dit mijn definitie van afdwalen
en thuiskomen is, dan zeg ik misschien neen, maar begreep haar wel. Ze vroeg
mij of ik ook wel eens afgedwaald was? Ik gaf haar mijn eerlijkste en meest
oprechte antwoord: ”Ik meen dat wij allen elke dag meermalen afdwalen. Laten we
ons vooral niets verbeelden….