dinsdag 28 juni 2016

Volluk


De achterdeur

In de Molenwaard waar wij sinds negen maanden mogen wonen, hangt een boerse sfeer. De geur is bezwangerd met de dampen uit
de hoop paardenmest van de manege verderop en overal kom je van die oudere mooie mensen tegen die zo lijken weggelopen uit een prentenboek van Anton Pieck. Een van de eerste boertjes die ik mocht leren kennen is boer Teun, beter bekend onder zijn bijnaam pruimpje. Niet omdat hij zo dol is op die vruchten maar vanwege het feit dat hij nog altijd pruimt. Tijdens een gesprekje loopt er soms een bruin straaltje uit een van zijn mondhoeken en zijn overgebleven tanden zijn volkomen bruin gepruimd.

Soms komt hij op zijn klompen en kromme knieën het knerpende grindpad oplopen bij ons landelijke huis en roept dan:”volluk”. Aanbellen is er niet bij, goed volk komt altijd achterom, zo beweert hij.  Bij velen staat de achterdeur dan ook de hele dag open. Je loopt maar naar binnen, altijd goed.  Je voelt je in het begin wat verlegen met dit gebruik maar het went snel.

Goed volk komt achterom. Een kreet die tot nadenken stemt.  Heeft onze God eigenlijk met het kruis niet ook voor ons een achterdeur geopend om toch binnen te mogen komen? De voordeur van de wet is voor altijd gesloten maar Goddank er ging een deur open door het offer van Jezus. Niet voor goed volk, maar voor slecht volk. Ieder die door die deur binnengaat zal behouden worden. Sommige mensen maken er een draaideur van. Dat moeten wij niet doen. De Heer is een deur tot behoud van een ieder die toe wil geven dat hij het zonder Hem niet kan. Bedoel dat:’goed mens zijn.” Want wie is goed? Wie van alle mensen is in staat via de voordeur bij God de Vader aan te kloppen en binnen te gaan? Niemand. Jezus zegt het zo: niemand komt tot de Vader dan door Mij. Er zijn niet veel wegen tot God, er is er slechts eentje. Hij is die deur, die weg en wie door Hem binnengaat, zal genade vinden en eeuwig leven….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.