De achterdeur
In de Molenwaard waar wij sinds negen maanden mogen wonen,
hangt een boerse sfeer. De geur is bezwangerd met de dampen uit
de hoop paardenmest van de manege verderop en overal kom je van die oudere mooie mensen tegen die zo lijken weggelopen uit een prentenboek van Anton Pieck. Een van de eerste boertjes die ik mocht leren kennen is boer Teun, beter bekend onder zijn bijnaam pruimpje. Niet omdat hij zo dol is op die vruchten maar vanwege het feit dat hij nog altijd pruimt. Tijdens een gesprekje loopt er soms een bruin straaltje uit een van zijn mondhoeken en zijn overgebleven tanden zijn volkomen bruin gepruimd.
de hoop paardenmest van de manege verderop en overal kom je van die oudere mooie mensen tegen die zo lijken weggelopen uit een prentenboek van Anton Pieck. Een van de eerste boertjes die ik mocht leren kennen is boer Teun, beter bekend onder zijn bijnaam pruimpje. Niet omdat hij zo dol is op die vruchten maar vanwege het feit dat hij nog altijd pruimt. Tijdens een gesprekje loopt er soms een bruin straaltje uit een van zijn mondhoeken en zijn overgebleven tanden zijn volkomen bruin gepruimd.
Soms komt hij op zijn klompen en kromme knieën het knerpende
grindpad oplopen bij ons landelijke huis en roept dan:”volluk”. Aanbellen is er
niet bij, goed volk komt altijd achterom, zo beweert hij. Bij velen staat de achterdeur dan ook de hele
dag open. Je loopt maar naar binnen, altijd goed. Je voelt je in het begin wat verlegen met dit
gebruik maar het went snel.
Goed volk komt achterom. Een kreet die tot nadenken
stemt. Heeft onze God eigenlijk met het
kruis niet ook voor ons een achterdeur geopend om toch binnen te mogen komen?
De voordeur van de wet is voor altijd gesloten maar Goddank er ging een deur
open door het offer van Jezus. Niet voor goed volk, maar voor slecht volk.
Ieder die door die deur binnengaat zal behouden worden. Sommige mensen maken er
een draaideur van. Dat moeten wij niet doen. De Heer is een deur tot behoud van
een ieder die toe wil geven dat hij het zonder Hem niet kan. Bedoel dat:’goed mens
zijn.” Want wie is goed? Wie van alle mensen is in staat via de voordeur bij
God de Vader aan te kloppen en binnen te gaan? Niemand. Jezus zegt het zo:
niemand komt tot de Vader dan door Mij. Er zijn niet veel wegen tot God, er is
er slechts eentje. Hij is die deur, die weg en wie door Hem binnengaat, zal
genade vinden en eeuwig leven….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.