Zag laatst bij een vriend een natuurfilm over olifanten. Een reusachtige moeder olifant met tussen haar groteske poten een jong olifantje.
Overal waar moeder olifant ging met haar enorme lichaam, liep het kleintje beschut tussen haar poten mee. Soms scharrelde het even van haar weg maar zodra er gevaar begon te dreigen, drukte moeder haar jong tussen de veilige poten.
Dat is een beetje het gevoel welks over je komt als je omhoog kijkt in de kerk. Ergens lijken die zuilen je t...e wijzen op de Here God onder wiens genade wij schuilen mogen. Kijk je door de ogen van een klein kind naar omhoog in de Sint-Jan, dan wordt verwondering je deel.
Hoe zalig is het dan ook om vol verwachting naar omhoog te blijven kijken en te ontdekken dat ”Vader” bij ons is. Niet alleen in de goede dagen, maar juist in de mindere en zelfs in de dagen waarop je denkt: hierin heb ik weinig plezier. En toch voelen we vaak juist dan zo weinig van Zijn aanwezigheid en lijkt de hemel van koper. Wellicht omdat Vader ons in zulk een tijden zo dicht tegen zich aandrukt, dat we versmelten met Hem. Dan is er geen gevoelen, geen zien of tastbaarheid, slechts het zachte suizen in de stilte van je binnenste. Elia herkende dat. Niet in de stormwind, niet in de aardbeving, niet in het vuur, of allerhande krachten, maar in dat nauwelijks hoorbare suizen klink de echo van een stem die roept: ”Het is volbracht…”
Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven, want hunner is het Koninkrijk der hemelen…
Overal waar moeder olifant ging met haar enorme lichaam, liep het kleintje beschut tussen haar poten mee. Soms scharrelde het even van haar weg maar zodra er gevaar begon te dreigen, drukte moeder haar jong tussen de veilige poten.
Dat is een beetje het gevoel welks over je komt als je omhoog kijkt in de kerk. Ergens lijken die zuilen je t...e wijzen op de Here God onder wiens genade wij schuilen mogen. Kijk je door de ogen van een klein kind naar omhoog in de Sint-Jan, dan wordt verwondering je deel.
Hoe zalig is het dan ook om vol verwachting naar omhoog te blijven kijken en te ontdekken dat ”Vader” bij ons is. Niet alleen in de goede dagen, maar juist in de mindere en zelfs in de dagen waarop je denkt: hierin heb ik weinig plezier. En toch voelen we vaak juist dan zo weinig van Zijn aanwezigheid en lijkt de hemel van koper. Wellicht omdat Vader ons in zulk een tijden zo dicht tegen zich aandrukt, dat we versmelten met Hem. Dan is er geen gevoelen, geen zien of tastbaarheid, slechts het zachte suizen in de stilte van je binnenste. Elia herkende dat. Niet in de stormwind, niet in de aardbeving, niet in het vuur, of allerhande krachten, maar in dat nauwelijks hoorbare suizen klink de echo van een stem die roept: ”Het is volbracht…”
Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven, want hunner is het Koninkrijk der hemelen…