Weet niet hoe dat u vergaat, maar vaak lig ik in bed na te denken over de grootheid van onze Schepper. Veel mensen die niet in God geloven
menen dat ze iets zinnigs kunnen opmerken als het gaat over het wezen van God.
Ze hebben hun mond vol over wat ze allemaal anders zouden willen zien als er al een God bestaan zou. Komen met de eeuwige dooddoeners over ziekte, lijden en dood.
Ze hebben hun mond vol over wat ze allemaal anders zouden willen zien als er al een God bestaan zou. Komen met de eeuwige dooddoeners over ziekte, lijden en dood.
Maar vraag zo iemand eens een appel te maken of een nieuwe
kleur te bedenken en je zult ontdekken dat men dan met de mond slechts vol
tanden staat. De grotere wonderen zoals het creëren van tijd en ruimte, wil ik
dan niet eens benoemen. Nog los van het gegeven dat oneindigheid geen begin en
geen einde heeft. Die gaat altijd maar door. Binnen de eeuwigheid bestaat geen
tijd.
Er is een kinderlijk denken en vertrouwen voor nodig om te
beseffen dat God ons aller boven de pet gaat. Zelfs de grootste denkers van
deze tijd hebben maar al te vaak niet door dat de Heer van ons allen Zich niet
laat beredeneren. Hij is een God die boven alles is. En toch kwam Hij heel
gewoon, de Zoon van God als Mensenzoon. Jezus wil niet beredeneerd worden, doch
zoekt ons vertrouwen. Zullen we Hem gewoon maar volgen zonder te veel vragen te
stellen? Want voor elk antwoord komen maar al te snel ontelbaar veel nieuwe
vragen terug. Vertrouwen, daar komt het op aan. Vertrouwen vraagt niet waarom,
maar waartoe? Jezus ging naar het kruis, tot hoever ga jij met Hem mee?