Ik droomde dat ik in een lange rij mensen voor de hemelpoort stond.
Er was van alles bij.
Er waren Jehova’s getuigen die riepen dat Jezus slechts een schepsel was en niet de Schepper aller dingen.
Ze lagen huilend op hun knieën voor Hem die ze eerst niet wilde kennen als de Heer.
Er waren mensen bij die geloofden in reïncarnatie maar nu bleek dat de boom blijft liggen als hij gevallen is, lelijk ik de piepzak zaten.
Er waren er die meenden dat de Here Jezus slechts een van de godenzonen is die onze aarde in de loop der geschiedenis gekend heeft. Ze geloofden ook in het boedisme, het islamisme en andere ismens.
Er waren er die nergens in geloofden enkel in de gedachte om zo goed mogelijk te leven. “Ik was toch goed voor mijn kinderen,”was hun levensmotto.
Er waren er die geloofden wel in de Here Jezus maar hadden eigenlijk nooit verder iets met Zijn genade gedaan dan er zondag aan zondag naar te luisteren in de samenkomst en daar spraken ze nu met elkander over.
Een lange oneindige hoeveelheid mensen die op aarde geleefd hadden.
Ze moesten allemaal door een heel klein poortje waardoor je je zelf nauwelijks naar binnen kon krijgen om de hemel binnen te gaan.
De meeste bleven steken omdat er van alles op hun rug zat. Bij de een reed Boeddha lachend mee. Bij de ander confucius of er zat er een heel wachttorengenootschap op de schouders en bij weer een ander een heel pak zangbundels op hele noten of een bijbel in een zekere vertaling, die ze krampachtig vasthielden.
Ze bleven verbitterd buiten de muur van de hemel staan.
Niemand kon erin. Ik hoorde woorden als:"ik ben toch zwaar, Ik ben toch altijd netjes naar de kerk gegaan, ik ben toch goed voor mijn medemens geweest, ik heb toch geprofeteerd, ik heb toch voor de Heer gewerkt, ik heb wonderen gedaan in Zijn naam, ik ben toch een verbondskindje, ik, ik ik, ik, ik....
Er liepen ook kinderen tussen. Ze kwamen lachend aan en scharrelden tussen de rijen. Ze waren precies klein genoeg van formaat om door die kleine opening te glippen de hemel binnen.
Ik schrok wakker en besefte dat al onze godsdienstigheid, al onze goede werken, al onze religie, zonder dat wij een waar kind van God zijn geworden volslagen vuilnis is.
Ook al ga je heel je leven naar de kerk en bid je de sterren van de hemel, al ga je langs de deur met een evangelie, al zet je elke vrijdag de vuilnisbakken buiten voor je oude buurvrouw, het helpt je niet om de hemel binnen te komen.
De bijbeltekst dat wij moeten worden als kinderen, kreeg voor mij die nacht veel zeggingskracht.
Goed blog Peter. Al onze geestelijke inspanningen; ze zeggen de hemel meestal niets. 'Heer, wat moet ik doen om...' "Als jullie niet worden als de kinderen.."
BeantwoordenVerwijderenMooi stukje Peter, ...als je maar wordt zoals een kind...in het volste vertrouwen in Hem, al wandelt Hij een heel andere kant op dan jij of ik of wie dan ook zou willen. Gewoon achter Hem aanhuppelen omdat je Zijn kind bent, oprecht en zonder voorwaarden Zijn kind.
BeantwoordenVerwijderenGroet,Marga
Zondag nog een preek over gehad. Niet altijd maar ik,of wij..... Maar Hij!!!! Prachtig stukje Peter, vol met mooie,reële voorbeelden!!!!!
BeantwoordenVerwijderenWhow Peter, dit is prachtig!!!!!!!!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Wil