Ma giert van de lach als ik dat roep zodra ik binnenkom. Het noro-virus heerst op de afdeling zodat in al de kamertjes oude mannen en vrouwen
zitten te poepen en te spugen. Niet zo leuk en de afdeling wordt op die manier gedompeld in een zware damp die je normaliter op een boerderij aantreft.
Je moet eerst je handen wassen in een alcohol-oplossing en ook als je de afdeling verlaat, moet je even je kluiven wassen omdat het virus erg besmettelijk is. Aldus de leuke dames van de verpleging die in de zweem van ontlastingsdampen een beetje misplaatst zijn. Zulke dames behoren in je dromen te rennen met de geur van wilde limoenen over een onbewoond subtropisch eiland. En jij er dan maar achteraan met je grijze borsthaar en spillebenen.
Maar de helse geur zet een domper op dromen dus lachen ma en ik wat. Humor is bij ma niet door de dementie aangetast. En dat is fijn want lachen schept ruimte in je ziel. De Bijbel zegt dat lachen niets uitwerkt. (prediker). Mag ik het daar eigenwijs mee oneens zijn! Zonder humor zou het leven een stuk minder leuk zijn, me dunkt. Ma weet weinig meer. Er is geen sprake meer van interactie. Behalve bij humor. Dus braad ik daar als een volleerd komiek, het beste van uit de boter.
Door een kier van de gedeelde wc tussen moeders kamer en de aangrenzende, zie ik een man op toilet zitten. Hij zit ernstig starende tussen zijn benen met een blik van uiterste verbazing op zijn gezicht of hij wil zeggen: wat heb ik daar nu aan mijn vege lijf hangen?
Het gelijkt op een nat gekauwde sigaar van de mollenvanger. Ik sluit zachtjes de kierende deur.
Ik ren door de kamer met een enorme teddybeer op mijn schouders en dans een Samba. Nou ja, ik doe een poging in die richting. Rand de beer aan en laat een wind. Alles om moeder even te horen lachen wat gelukt. Ma lacht haar tandeloze mond bloot en kotst vervolgens alles onder.
Nou dat was weer feest allemaal. Ik schuif schuldig naar de verpleging die alles weer in orde maakt. Toch knap van die leuke meiden dat ze zulk werk doen. Ga er maar aanstaan. Een afdeling vol brakende en poepende ouden van dagen. Ik bewonder ze en heb een hekel aan ze. Een vreemde combi die voorkomt uit de gekke situaties die een demente moeder nu eenmaal oplevert. De verpleging wrijft het er als het ware extra in dat de moeder die ma ooit was, voor altijd is vertrokken…
Door een kier van de gedeelde wc tussen moeders kamer en de aangrenzende, zie ik een man op toilet zitten. Hij zit ernstig starende tussen zijn benen met een blik van uiterste verbazing op zijn gezicht of hij wil zeggen: wat heb ik daar nu aan mijn vege lijf hangen?
Het gelijkt op een nat gekauwde sigaar van de mollenvanger. Ik sluit zachtjes de kierende deur.
Ik ren door de kamer met een enorme teddybeer op mijn schouders en dans een Samba. Nou ja, ik doe een poging in die richting. Rand de beer aan en laat een wind. Alles om moeder even te horen lachen wat gelukt. Ma lacht haar tandeloze mond bloot en kotst vervolgens alles onder.
Nou dat was weer feest allemaal. Ik schuif schuldig naar de verpleging die alles weer in orde maakt. Toch knap van die leuke meiden dat ze zulk werk doen. Ga er maar aanstaan. Een afdeling vol brakende en poepende ouden van dagen. Ik bewonder ze en heb een hekel aan ze. Een vreemde combi die voorkomt uit de gekke situaties die een demente moeder nu eenmaal oplevert. De verpleging wrijft het er als het ware extra in dat de moeder die ma ooit was, voor altijd is vertrokken…