1961 mijn geboortejaar, ach dingen lagen toch wat anders dan
nu. De kachel porde je op en de kolen stak je aan met wat peterolie, melk werd per pint aan de deur verkocht,
de was deed men door de wringer, je kont veegde je vaak af met een oude krant
en van drie kilo paardenvlees, at het gezin (4 kinderen) de hele week. Het toetje bestond vaak uit twee opties.
Aardappelen met zoete dagmelk of met karnemelk. De overgebleven piepers werden
met een scheut melk, wat peper en zout als zijnde toetje genuttigd. Zelfs nu
nog eet ik het met smaak toe. Mijn vrouw kijkt of ik een varken ben, want ik
zou van het genot, volgens haar zeggen, zelfs knorgeluiden maken. IK vind het
allemaal best, ben een aardappeleter en dan mag dat. Hoe het ook zijn mag, ik vind de aardappel een van de grootste zegeningen die de Schepper ons heeft gegeven.