Gisteren nog eenmaal naar een van de mooiste leegstaande urbanplekjes geweest in deze omtrek.
Niemand mag er komen, maar ik wel omdat ik de eigenlaar ken van deze verkrotte stal.
Het is een Amish van middelbare leeftijd die drie vrouwen heeft en er dolgelukkig uitziet. Hij eet zijn eigen geitenkaas, ruikt naar verschimmeld leer en kan winden laten zonder te ruiken.
We drinken dan een paar pinten van zijn zelf gebrouwen bier en eten er droge worst bij en praten over wat ons zoal bezighoudt in het leven op deze aarde.
Zijn vrouwen zweven af en aan in lange rokken met stevige achterwerken en voor de deur zoveel hout dat ze immer de indruk wekken net een schuit met meloenen hebben gelost...