“En dan heb ik mijn steunkousen nog niet aan, dat is een klus hoor en strak dat ze zitten en zo hoog dat ze gaan schuren.” De oude vrouw achter mij in de kerk, filosofeert nog wat door over haar steunkousen in vleeskleuren die ik voor geen geld in de wereld wens te zien, laat staan te dragen.
Ik richt mij op het mannetje voor mij dat zonder tanden kauwende bewegingen maakt alsof hij de uit het org...el komende psalmen eerst wenst te kauwen en herkauwen alvorens ze straks te mogen zingen. Zijn oren bewegen tijdens het kauwen op het luchtledige mee als twee reusachtige stukken ouderwetse sunlightzeep. Er groeien dotten haren uit de gehoorgangen die als geitenogen de conussen afsluiten en her en der een vlok ondefinieerbaar schuim bevatten.
Ik wend mij het hoofd af naar links waar een Joodse man geeuwt en een ietwat vissige geur aan de ether bijdraagt. Ik kijk tot achterin zijn strottenhoofd en zie het lelletje wapperen op de ademstroom. Ik haal diep adem en draai mijn hoofd naar Paula langs wie dit alles heen lijkt te gaan.
Een dame in een veel te transparante rok, komt aangelopen en zweeft voor de zonverlichte ramen waardoor mij een blik wordt gegund op een rood gekante string die subtiel doch zeer aanwezig over het vlees is getrokken.
Ik probeer geestelijk mijn ogen ten hemel te heffen maar het wil niet gelukken. Gelukkig komt op dat moment de voorganger aan in toga en werp net voldoende schaduw zodat het kant wegvalt. Het orgel begint te spelen en ik voel me een ei, waarvan ik mij schouderophalend afvraagt of het wel gekookt is…
Ik richt mij op het mannetje voor mij dat zonder tanden kauwende bewegingen maakt alsof hij de uit het org...el komende psalmen eerst wenst te kauwen en herkauwen alvorens ze straks te mogen zingen. Zijn oren bewegen tijdens het kauwen op het luchtledige mee als twee reusachtige stukken ouderwetse sunlightzeep. Er groeien dotten haren uit de gehoorgangen die als geitenogen de conussen afsluiten en her en der een vlok ondefinieerbaar schuim bevatten.
Ik wend mij het hoofd af naar links waar een Joodse man geeuwt en een ietwat vissige geur aan de ether bijdraagt. Ik kijk tot achterin zijn strottenhoofd en zie het lelletje wapperen op de ademstroom. Ik haal diep adem en draai mijn hoofd naar Paula langs wie dit alles heen lijkt te gaan.
Een dame in een veel te transparante rok, komt aangelopen en zweeft voor de zonverlichte ramen waardoor mij een blik wordt gegund op een rood gekante string die subtiel doch zeer aanwezig over het vlees is getrokken.
Ik probeer geestelijk mijn ogen ten hemel te heffen maar het wil niet gelukken. Gelukkig komt op dat moment de voorganger aan in toga en werp net voldoende schaduw zodat het kant wegvalt. Het orgel begint te spelen en ik voel me een ei, waarvan ik mij schouderophalend afvraagt of het wel gekookt is…